Het aantal kinderen dat door armoede geen lid is van een sportclub, muziekschool of geen computer heeft, moet de komende jaren halveren. In 2008 en 2009 krijgen gemeenten daarvoor in totaal 80 miljoen euro. Daarnaast krijgen gemeenten volgens staatssecretaris Ahmed Aboutaleb (Sociale Zaken) structureel steeds meer geld tegen armoede en dat bedrag loopt op tot 80 miljoen euro per jaar in 2011. Ook de Stadspartij vindt dat alle kinderen in de gelegenheid gesteld moeten worden om lid te worden van een sportclub, om zodoende voldoende aan lichaamsbeweging te kunnen doen.
“Bovendien helpt sport en het lid zijn van een sportvereniging tegen sociale uitsluiting”, zegt Mario Hegger (Stadspartij). De Stadspartij is dan ook groot voorstander om het onderwijs uit te breiden met meer uren lichamelijke opvoeding. Dit kan plaatsvinden binnen de Brede School-constructie. Hegger heeft als fractielid van de Stadspartij al een initiatiefvoorstel ingediend tijdens de begroting van 2006 tot het invoeren van een Sportfonds gericht op de jeugd. Uit dit Sportfonds worden gezinnen ondersteund die op de een of andere manier niet de mogelijkheden heeft om hun kind te laten sporten. Hiervoor bleek binnen de raad geen meerderheid te vinden. Nu komt het via de landelijke politiek weer op de agenda.
Schoolzwemmen
Ook het afschaffen van schoolzwemmen tijdens schooltijd vond de Stadspartij een slechte keuze van de Purmerendse politiek. Het ging volgens de andere partijen zoals de VVD, CDA en PVDA om het nemen van verantwoordelijkheid van de ouders. Maar waar zij aan voorbij gingen, is de meerwaarde, zoals zwemvaardigheid en bewegen in het water hetgeen een andere tak van sport is waar de kinderen tijdens schooltijd wel mee in aanraking komen. Juist een breed aanbod verhoogt de interesse in de sport, dat toegankelijk moet zijn voor iedereen. De Stadspartij is dan ook blij dat een vorm van zwemonderwijs toch weer mogelijk is sinds 2007. Hegger geeft aan dat vanuit de Stadspartij zich zal blijven bezighouden met het ondersteunen van de sportverenigingen in Purmerend, waarbij de Purmerendse Sportraad als zeer belangrijke en betrouwbare spreekbuis vanuit de sportverenigingen wordt gezien. Juist deze sportverenigingen moeten ondersteuning krijgen in het begeleiden van jonge kinderen binnen hun sport. Daar mogen financiën geen struikelblok vormen.
Staatssecretaris Aboutaleb zei maandag dat het niet alleen gaat om kinderen van wie de ouders in de bijstand zitten. Het gaat volgens hem ook om arme gezinnen met werkende ouders die bijvoorbeeld 120 procent van het minimumloon verdienen. Veel van hen hebben wel genoeg geld voor eerste levensbehoeften, maar niet voor sport of een computer. Terwijl schoolgaande kinderen tegenwoordig veel huiswerk op de computer moeten maken. De PvdA-bewindsman geeft met het extra geld uitvoering aan het plan van Tweede Kamerlid Hans Spekman van de PvdA om gemeenten volgend jaar en in 2009 40 miljoen euro extra te geven om arme kinderen uit hun isolement te halen. Volgens Spekman groeien nu meer dan 300.000 kinderen in armoede op en kunnen daardoor maatschappelijk niet meedoen.
Afspraken
De staatssecretaris gaat begin volgend jaar met de 31 grootste gemeenten afspraken maken over hoe arme kinderen meer mee kunnen doen aan sport, cultuur en andere activiteiten. Het zou goed zijn als Purmerend met zijn regiofunctie hier onder zou vallen. Dit is de kans voor Purmerend om alsnog een sportfonds in het leven te roepen en daar subsidie voor aan te vragen bij het Rijk. De lokale overheden mogen zelf weten hoe ze de doelen bereiken, als het geld maar bij de kinderen terechtkomt, bijvoorbeeld in de vorm van een tegemoetkoming in de contributie van een sportclub. Samen met minister André Rouvoet (Jeugd en Gezin) en gemeenten wil Aboutaleb de komende jaren ook onderzoek verrichten naar hoeveel kinderen in armoede opgroeien. Zo moet ook duidelijk worden of met het extra geld daadwerkelijk resultaten gehaald worden. We moeten eerst de ambitieuze doelstelling van 50 procent minder kinderen in armoede halen. Maar als de maatregelen goed werken, kunnen we misschien meer doen.
Bron: Telegraaf.nl