De bodem in de Noord-Hollandse veenweidegebieden daalt. Bodemdaling is niet alleen slecht voor het klimaat, maar zorgt ook voor schade aan bijvoorbeeld gebouwen en wegen. Door het dalen en verdampen van de veengrond komen namelijk grote hoeveelheden broeikasgassen vrij, zoals CO2. Om de doelstellingen in het Klimaatakkoord te halen moet de provincie dus flink aan de bak. “We hebben geen tijd te verliezen.”
Bodemdaling ontstaat onder andere door het wegpompen van water voor de landbouw en veeteelt. Dit leidt tot een lagere grondwaterstand. Het veen droogt hierdoor uit en verdampt. “Dat noemen we oxidatie”, vertelt Janny Gerritsen, beleidsadviseur bodemdaling van de provincie Noord-Holland. “Veen is een soort spons en bestaat uit resten van planten en bomen. Als veen te droog wordt, komt er zuurstof bij en begint het oxidatieproces. De bovenste veenlaag verdwijnt en zakt in. Dan gaat de bodem dus letterlijk dalen.”
En dat oxideren van veen leidt weer tot CO2-uitstoot. In Noord-Holland zorgt bodemdaling in veenweidegebieden jaarlijks voor 0,17 megaton CO2-uitstoot. Volgens het Klimaatakkoord van Parijs moet Nederland tot 2030 de uitstoot in de veenweidegebieden met 1 megaton verlagen. De 6 veenweideprovincies, waaronder Noord-Holland, maken daarom in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een Regionale Veenweide Strategie. Hierin staat hoe zij broeikasuitstoot in hun veenweidegebieden willen laten afnemen.
Badkuip
Bodemdaling komt in Noord-Holland vooral voor in de veenweidegebieden Laag Holland en het Groene Hart. Gerritsen: “Onlangs was ik op excursie in de Rondehoep bij Amstelveen. Toen vertelde een boer dat de grond daar in de loop der eeuwen maar liefst 5 meter was gezakt. Nu is het gebied een soort badkuip, maar ooit was daar dus een bult. Het water liep toen af naar de Amstel en de Waver, maar inmiddels loopt het water juist naar het midden van de badkuip. Achter de IJsselmeerdijken, in het Waterland, ligt ook veel veengebied dat steeds lager komt te liggen ten opzichte van het IJsselmeer. In deze gebieden wordt de badkuip dus alleen maar dieper. We moeten daarom steeds meer investeren in onder meer onderwaterdrainage en andere maatregelen. Ons watersysteem staat bovendien onder druk, omdat we steeds meer water moeten oppompen. Op den duur is dat niet meer houdbaar.”
Remmen, stoppen, herstellen
In 2020 ontving de provincie als gevolg van het Veenplan van het Rijk € 18 miljoen euro om de CO2-uitstoot te beperken. Verder staat in de Omgevingsvisie NH2050 dat de provincie bodemdaling in veenweidegebieden wil remmen, stoppen en waar mogelijk herstellen. Een mooie ambitie, maar volgens Gerritsen blijkt deze doelstelling in de praktijk een stuk weerbarstiger. “Sommige mensen denken dat bodemdaling en oxideren is opgelost als de grond natter wordt. Ophogen van de grondwaterstand is weliswaar belangrijk, maar dan niet hoger dan 20 centimeter onder het maaiveld. Anders ontstaat er weer lachgas- en methaanuitstoot. En deze broeikasgassen zijn veel schadelijker dan CO2. Dus soms geldt: hoe meer antwoorden we krijgen, des te meer vragen die oproepen.”
De provincie investeert daarom in het vergroten van onze kennis van bodemdaling en innovatieve oplossingen. Zo experimenteren de provincie, het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en de Gebiedscommissie Laag-Holland in het Innovatieprogramma Veen met nieuwe typen van bedrijfsvoering voor agrariërs in veenweidegebieden. En in het Veenweiden Innovatiecentrum in Zegveld staat een speciale boerderij die een hoge grondwaterstand probeert te combineren met een economisch haalbaar bedrijfsmodel. Agrariërs in veenweidegebieden moeten namelijk in de toekomst nog steeds een boterham kunnen verdienen.
Klei in veen
Gerritsen: “We doen heel veel onderzoek, experimenten en investeringen. Denk aan onderwaterdrainage en natte teelten, maar ook aan klei in veen. Dan wordt klei opgelost in water en in een dunne laag uitgespreid over een gebied. De kleideeltjes zakken in de veengrond en verbinden zich met veenmoleculen, waardoor er minder oxidatie ontstaat. Dat werkt in het laboratorium heel goed, maar of dat ook in de praktijk zo goed werkt? Elk gebied is namelijk weer anders. Het tegengaan van CO2-emissie en daarmee bodemdaling is een voortdurend leerproces, maar we hebben geen tijd te verliezen. We moeten met het Klimaatakkoord en ons klimaat aan de slag.”
Regionale Veenweide Strategie
Op 24 mei 2022 is de concept Regionale Veenweide Strategie 1.0 (RVS 1.0) door ons college vastgesteld. Inwoners kunnen tot 31 juli 2022 reageren op de strategie via gerritsenj@noord-holland.nl. Deze reacties worden in een werkgroep besproken en eventueel verwerkt in de definitieve versie.