De toekomstvisie die Purmerend volgens ons zou moeten hebben, laat zich als volgt samenvatten.
De naoorlogse ontwikkeling van de stad wordt gekenmerkt door het in de late 60’er jaren van de vorige eeuw aanwijzen van Purmerend als groeistad. Vanaf 1960 heeft Purmerend een opvangfunctie voor de bevolkingsgroei in de regio en in het bijzonder vanuit Amsterdam. Om de benodigde uitbreiding te realiseren, is de stad gegroeid over het grondgebied van naburige gemeenten.
Als Weidevenne af is, is de bevolking van Purmerend in een halve eeuw tijd meer dan vertienvoudigd.
Een groeistad heeft als voornaamste functie die van slaapstad voor mensen die hun economische binding hebben in de plaatsen elders.
Er is dus te weinig werkgelegenheid in de stad zelf, de bewoners werken elders waardoor hun band met Purmerend minder hecht is.
Purmerend heeft de potentie om opnieuw het noordelijke economische knooppunt van de regio Amsterdam te worden.
Naast de versterking van sociale verbanden, de binding aan en met Purmerend, zijn er nog andere uitdagingen. Het gaat daarbij om een ontspannen ontwikkeling van mensen en groepen, van woonmilieus, van wijken in Purmerend.
Bewoners moeten zich in Purmerend thuis voelen, wat zich uit in betrokkenheid in het samen leven in de stad.
Dat betekent een ontwikkelingsvisie met in de eerste plaats op het netvlies:
- goede, veilige en gezellige wijken, waar wonen genieten is;
- meer werkgelegenheid in Purmerend;
- gevarieerd onderwijs zowel qua niveau als in de breedte;
- een stad waar jong en oud zich thuis voelen;
- recreatie, sport en ontspanningsmogelijkheden voor stad en regio;
- een marktstad voor de regio Waterland;
- uitstekende infrastructuur van, naar en in de stad;
- Voldoende (huur) woningen voor zijn inwoners;
- Voorzieningen voor kwetsbare groepen.
Concreet komt dat neer op de volgende ideeën:
- Het centrum wordt een afgegrensd compact bolwerk. Echter, uitbreiding van het winkeloppervlak wordt niet expliciet voorbehouden aan de bestaande bebouwing. Uitwaaieren ervan naar de omliggende wijken maakt een centrum met meer echte stadse uitstraling mogelijk.
- Het Noord-Hollands Kanaal krijgt een centrale positie in de binnenstad met als centraal punt een passantenhaven, juist ook voor historische schepen. In een echte jachthaven met een kleurrijk wiegende mastenhorizon geloven wij niet.
- Beide kanten van het Noord-Hollands Kanaal moeten door slimme bebouwing en benutting een levendig karakter krijgen.
- Tegen de A7 aan de Kop van West zien wij met goede architectuur neergezette detailhandel overlopend richting stad in uitgaans- en plezier gelegenheden bijvoorbeeld een skihal, wielerbaan, multifunctionele evenementenhal of kartbaan.
- Voor de overige bebouwing van de Kop van West spreekt ons een centrum van stegen en hofjes, met dus ruimte voor restaurantjes, kleinschalige ateliers, galeries, bedrijfjes aan huis e.d. aan.
- De komst van een discotheek mogelijk maken.
-
Rekening houdend met de wensen van de sportverenigingen zal de stad moeten gaan beschikken over een goed sportcentrum.
- Wat parkeren betreft biedt het ‘Masterplan Hoofdcentrum’ royaal de bouwstenen. Tien jaar geleden zijn hierin al de geschikte locaties voor parkeergelegenheden genoemd.
- Voor de verkeersstromen rond het binnenstedelijke gebied kan het door de OFP voorgestelde ‘rotondemodel’ ingevoerd worden.
- De wijkwinkelcentra dienen een goede en frisse uitstraling te hebben. Bovendien dient tussen de wijkwinkelcentra een vorm van samenwerking te ontstaan, die leidt tot diversiteit van het winkelaanbod. Wat in de ene wijk niet aan winkels is moet wel in de andere wijk te vinden zijn. Dat bevordert ook het wijkoverschrijdend winkelen. Een goede infrastructuur is daarbij essentieel.
- Een goede openbaar vervoersstructuur tussen de woon- en werkgebieden in Purmerend.
- Het fietspadennet van Purmerend dient verbeterd en uitgebreid te worden. Voor iedereen moet het gebruik van de fiets ter overbrugging van afstanden minder dan 3 kilometer gewoonte zijn. Dat betekent ook dat er bij scholen voldoende en goed beveiligde fietsenbergingen aanwezig moeten zijn. Ook bij de stations, andere halteplaatsen van knooppunten in het openbaar vervoer, wijkwinkelcentra, stadshart en uitgaansgelegenheden, enz. moeten voldoende (beveiligde) stallingmogelijkheden voor fietsen aanwezig zijn.
- Het gebruik en de inrichting van wegen moeten op elkaar worden afgestemd, en moeten duidelijk herkenbaar zijn voor de weggebruikers. Bijvoorbeeld d.m.v. het scheiden van gemotoriseerd verkeer en fietsers.
- Nieuw te bouwen bedrijven dienen op de eigen locatie in de eigen parkeerbehoefte te voorzien. Parkeren in kelder of dak heeft gelet op het ruimtebeslag onze voorkeur.
- Er dienen in overleg met de burgers kaders opgesteld te worden als verdichtingbouw of renovatiebouw wordt overwogen. Hiertoe behoort ook het bouwlawaai dat hiermee gemoeid is. Een verordening bouwlawaai is dan ook wenselijk ter voorkoming van overlast voor omwonenden bij langdurige bouwprojecten.
- Er dienen voldoende betaalbare (huur) woningen gebouwd te worden ook voor starters en aangepaste woningen voor ouderen en mensen met een beperking.
- Bij woningbouw in Purmerend dient qua parkeergelegenheid de norm van 1,3 auto per huishouden te worden opgetrokken richting 2.
- Een gezonde stad is een groene stad. Om gezond, divers, groen te behouden en te creëren, dient er een netwerk te worden gevormd. Maar dat is niet voldoende. Het stedelijk groen moet ook een verbinding hebben met het (onbebouwde) buitengebied. Dit wordt gerealiseerd door stroken onbebouwd te laten en lintbeplantingen en waterverbindingen tussen het stadsgroen, het plantsoengroen en het wegennet goed te onderhouden.
- Werkgelegenheid en economie zijn van groot belang voor de welstand van Purmerend. De ontwikkeling van de Baanstee Noord zal snel uitgevoerd moeten worden. Leegstand van de panden op oudere bedrijfsterreinen van Purmerend dient aangepakt te worden. Hierbij is het noodzakelijk dat de uitstraling van deze oude terreinen en panden aan de eisen van deze tijd kan voldoen.