De ‘kritische depositiewaarde’ (KDW) van stikstofgevoelige natuur wordt fors verder aangescherpt. Dit staat in een brief die minister Van der Wal aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. Stikstofnormen worden met gemiddeld 7 procent aangescherpt, met uitschieters tot 36 procent. In bijna de helft van alle stikstofgevoelige natuurgebieden leidt dit tot strengere eisen. De consequentie hiervan is dat de stikstofuitstoot in Nederland nog verder teruggedrongen moet worden om natuurdoelen te halen. Bovendien worden de inspanningen die nodig zijn om doelen te halen nóg complexer en ingrijpender.
Voor LTO is er nu geen alternatief meer: stikstofbeleid dat gebaseerd is op de KDW is volstrekt onwerkbaar en moet vervangen worden door beleid waarin niet modellen, maar de feitelijke kwaliteit van de natuur centraal staat. We moeten toe naar nieuw natuurbeleid dat óók de land- en tuinbouw perspectief, houvast en duidelijkheid biedt. LTO-voorzitter Sjaak van der Tak: “Met deze nieuwe wijziging ontstaat er opnieuw onzekerheid voor alle boeren die bereid zijn om stappen te zetten, van de Veluwe en de Kempen tot Salland en de Drentse zandgronden. Dat is een heel slechte zaak. Boeren staan klem en de natuur schiet er niets mee op”. Van der Tak vervolgt: “Van dit doorgeschoten, op modellen gebaseerde, beleid wordt iedereen de dupe. Voor PAS-melders en interimmers, die buiten hun schuld om geen vergunning hebben, wordt het nog moeilijker om zicht te krijgen op legalisatie. En voor woningbouw, de energietransitie en andere economische sectoren zal het nog langer duren voor er duidelijkheid komt over vergunningen.”
Al met de huidige KDW gold voor verschillende regio’s in Nederland dat natuurdoelen niet gehaald konden worden – zelfs niet als alle landbouw, verkeer en andere economische activiteiten werden stilgelegd. Of die situatie zich in meer delen van het land voordoet nu de doelen verder worden aangescherpt, moet nader bestudeerd worden. LTO zal na zorgvuldige bestudering van de Kamerbrief en de bijbehorende rapporten met een uitgebreide reactie komen. Maar de zorgen zijn groot. De vraag móet gesteld worden of dit natuurbeleid zich überhaupt nog laat verenigen met een samenleving waarin mensen leven, werken, wonen en voedsel produceren.
LTO heeft al jarenlang benadrukt dat geloofwaardig en uitvoerbaar natuurbeleid niet gebaseerd kan zijn op doelen en modellen die voortdurend worden bijgesteld en aangepast. Mede om die reden riepen we het kabinet begin dit jaar al op tot een koerswijziging van het stikstofbeleid. Met de huidige aanscherping van de KDW is de onhoudbaarheid van dit beleid zeer helder: het kan niet zo zijn dat Nederland haar landbouw-, stikstof- en natuurbeleid compleet op de schop moet gooien vanwege een beleidsaanpassing in België en de weerberichten in de laatste jaren. Nu provincies in de startblokken staan met hun provinciale gebiedsprocessen, is langjarige duidelijkheid júist noodzakelijk om meters te maken bij de uitvoering van het stikstofbeleid.
De aanscherping van de KDW verzwaart de opgaven in de provincies. Provincies hebben gecalculeerd welk budget zij nodig hebben om de doelen voor natuur, stikstof, water, klimaat en woningbouw te halen. De totale provinciale claim van 58 miljard euro is hoger dan de beschikbare Rijksmiddelen van 24,3 miljard euro. Eerder riep minister Van der Wal provincies op om hun plannen af te zwakken, maar terecht stelt de minister nu: “… dat de verlaging van de KDW […] gevolgen heeft voor de benodigde inzet en haalbare snelheid waarmee de natuur op termijn onder de KDW kan worden gebracht”.
De nieuwste ontwikkelingen bevestigen het standpunt van LTO: als we stikstof in Nederland terug willen dringen, moeten we uitgaan van de feitelijke uitstoot, op bedrijfsniveau. Het huidige beleid laat al jarenlang zien dat het onwerkbaar is om boeren af te rekenen op de hoeveelheid stikstof die vijfentwintig kilometer verderop neerslaat in een natuurgebied. LTO vraagt van het kabinet meer urgentie bij het zoeken naar alternatieven voor de KDW. We roepen het kabinet, maar vooral ook de nieuwe regering, dan ook met klem op om te kiezen voor natuurbeleid dat wél werkbaar is. Niet alleen voor boeren en tuinders, maar ook voor andere economische sectoren, voor burgers, voor bestuurders – én voor het behoud van maatschappelijk draagvlak voor natuurherstel in Nederland.
(Lees HIER ook de column van Meander van 1 juli 2022. Red.)