Buitenlandse arbeidskrachten en zijinstromers dringend nodig (Re)
Om het aantal woningen te bouwen dat nodig is, zijn er 60.000 nieuwe arbeidskrachten nodig in de bouw in de periode 2025-2028.
Hoewel verreweg het grootste deel van deze werknemers uit de opleidingen kan komen, loopt de spanning op de arbeidsmarkt voor de bouw de komende jaren verder op en dan zijn ook meer buitenlandse arbeidskrachten en zij-instromers nodig. Dit concludeert het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) in de studie ‘Trends op de bouwarbeidsmarkt 2024-2028’.
Sinds 2020 heeft de bouwarbeidsmarkt te maken met personeelsschaarste. Het EIB noemt het opmerkelijk dat de spanning op de arbeidsmarkt ook dit jaar niet is afgenomen, terwijl de productie met 2,5 procent is gedaald. Deze productiedaling komt volledig voor rekening van een afname van de arbeidsproductiviteit.
Oorzaken dalende arbeidsproductiviteit
De arbeidsproductiviteit in de bouw daalt al de laatste vijf jaar, stelt het EIB vast. Dit komt deels doordat de samenstelling van de productie is verschoven van nieuwbouw naar meer arbeidsintensieve werkzaamheden in de bestaande bouw. Ook een oplopend ziekteverzuim speelt de sector parten. Technologische ontwikkelingen hadden een positieve invloed op de arbeidsproductiviteit, maar toenemende regeldruk vanuit de overheid deden deze effecten weer voor een deel teniet.
Personeelskrapte neemt toe
Vanaf 2026 neemt de behoefte aan nieuwe arbeidskrachten in de bouw weer duidelijk toe, verwacht het EIB. Dit komt door vervanging als gevolg van vergrijzing en door uitbreiding vanwege een groeiende productie. Het benodigde aantal van 60.000 nieuwe arbeidskrachten kan voor ruim tachtig procent worden geleverd vanuit de opleidingen (50.000 nieuwe arbeidskrachten). De overige 10.000 arbeidskrachten moeten worden geworven in het buitenland en door concurrentie met andere sectoren.