Zoeken naar ontplofbare oorlogsresten noodzakelijk

🔊 Lees voor
Door een memo verzoekt wethouder Coen Lageveen de gemeenteraad om de regeling voor het in kaart brengen van ontplofbare oorlogsresten op de agenda te zetten  van de raadsvergadering d.d. 27 februari 2025.

Eind vorig jaar is de gemeente benaderd door Saricon, een bedrijf gespecialiseerd in het in kaart brengen van ontplofbare oorlogsresten (OO). Zij wezen de gemeente erop dat Purmerend geen zogenaamde bommenkaart heeft waarop te zien is waar locaties liggen die verdacht zijn op de aanwezigheid van ontplofbare oorlogsresten waardoor interne en externe vragen over het veilig werken in de grond nu niet beantwoord kunnen worden. Hierdoor kan de gemeente niet voldoen aan de wettelijke zorgplicht.

Zorgplicht gemeente

Wanneer de gemeente opdrachtgever is voor een bouwwerk, heeft zij een wettelijk taak om te zorgen voor een veilig ontwerp van de werkzaamheden. Er is nu binnen de gemeente geen zicht op mogelijk verdachte locaties voor de aanwezigheid van OO. Wanneer er bij elk bouwproject een oriënterend onderzoek uitgevoerd moet worden, gaat dit flink in de kosten lopen. Daarom is nu door het ingenieursbureau opdracht aan Saricon gegeven om voor de gehele gemeente een vooronderzoek uit te voeren. Eindproduct hiervan is een kaart met locaties waar met betrekking tot OO vrij gewerkt kan worden en aandachtsgebieden waar aanvullend onderzoek nodig is.

Financiering

Gemeenten kunnen via het gemeentefonds in aanmerking komen voor een bijdrage in de gemaakte kosten voor het opsporen en ruimen van ontplofbare oorlogsresten uit de Tweede Wereldoorlog (de zogenoemde bommenregeling). Hieronder vallen ook de kosten gemaakt voor het opstellen van een kaart met vooronderzoek. De bommenregeling is geen Rijkssubsidie maar een regeling die wordt gefinancierd via een suppletieregeling binnen het gemeentefonds. De suppletie betreft 68% van de totale kosten (excl. BTW). Hiervoor dient voor 1 april 2025 een aanvraag met een vastgesteld raadsbesluit te worden ingediend bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De resterende kosten worden op het project riolering Overwhere-Noord geboekt.

Besluitvorming

Het college- en raadvoorstel worden geagendeerd voor het college van begin januari. Na behandeling in het college wordt het suppletieverzoek ter besluitvorming voorgelegd aan de raad. Na besluitvorming zal de aanvraag voor suppletie bij het ministerie worden ingediend.