Boeren in Waterland klagen steen en been over de grote meeuwenkolonies op de Hoeckelingsdam in het IJmeer. Met name de kleine mantelmeeuwen voeren tijdens het broedseizoen ware strooptochten uit in de polder, met de nesten van beschermde weidevogels als belangrijkste doel.
“Het zijn rovers die de hele polder afromen,” zegt veehouder Teunis Breedijk uit Ransdorp. “Terwijl wij ons best doen om de weidevogels te beschermen, vreten zij tijdens zo’n bezoek rustig tien tot vijftien pulletjes op.” De meeuwen zijn behendige jagers, zegt Breedijk. “Ze komen steevast aanvliegen als wij op het land aan het werk zijn. De ouders worden dan wat onrustig en verlaten het nest. Dat is precies het moment waarop de meeuwen toeslaan.”
Het zijn overigens niet alleen jonge weidevogels en eieren die op het menu staan. “Ik heb een paar keer met eigen ogen gezien hoe een meeuw een haas grijpt. Ze zijn ijzersterk.” Ik heb een paar keer met eigen ogen gezien hoe een meeuw een haas grijpt. Ze zijn ijzersterk. Uitvalsbasis van de meeuwen is het zogenoemde Vogeleiland bij de Hoeckelingsdam. De zandplaat werd in 2002 voor de Waterlandse kust aangelegd als natuurcompensatie voor de bouw van IJburg.
Kolonies en Flamingo’s
Het eiland is uitgegroeid tot een waar vogelparadijs dat vorig jaar zelfs bezoek kreeg van vijf flamingo’s. Er overwinteren grote groepen eenden en ganzen, maar ook zijn er kolonies ontstaan van kokmeeuwen, zwartkopmeeuwen, visdiefjes, zilvermeeuwen en kleine mantelmeeuwen.
Breedijk: “Fantastisch dat het project zo’n succes is, maar het kan toch niet de bedoeling zijn dat onze natuur in Waterland daar de dupe van wordt? Allerlei organisaties en boeren steken veel tijd en energie in het beschermen van de weidevogels op ons land. Het is zuur als je dan vanaf de trekker moet toekijken hoe die meeuwen de ene na de andere pul uit het veld plukken.”
Veeteelt
Ecoloog Fred Haaijen van stadsdeel Noord zegt de problematiek te kennen. “De kleine mantelmeeuw is een geduchte predator. Hij zal heus weleens een weidevogeltje meepikken. Maar dat doen vossen en kraaien ook in de polder. De mantelmeeuw vliegt ook de stad in om jonge eendjes te verschalken. Dat hoort bij de natuur. Het grote probleem van de weidevogels is dat zij zo kwetsbaar zijn geworden als gevolg van de schaalvergroting in de veeteelt. Daar hebben de vogels veel meer last van dan van die paar hongerige mantelmeeuwen.”
Die schaalvergroting, legt Haaijen uit, heeft geleid tot omstandigheden die structureel slecht zijn voor de weidevogel: lagere waterstanden, snelgroeiend turbogras en boeren die drie tot vier keer per jaar maaien om de melkproductie van hun koeien op te stuwen. “Weidevogels hebben voor hun nesten bloem- en kruidenrijk hooiland nodig met veel insecten. En de boer moet dat land vooral met rust laten tijdens het broedseizoen. Maar zulke weidevogelreservaten zijn een zeldzaamheid geworden.”
Kemphaan
Geen wonder dat de aantallen weidevogels dramatisch afnemen, zegt Haaijen. “Het aantal grutto’s in Waterland is de afgelopen tien jaar zo’n beetje gehalveerd. De kemphaan is helemaal verdwenen, het aantal kievits is in een vrije val geraakt en ook met andere soorten zoals de scholekster en de tureluur gaat het niet goed. Ondanks alle beheerprogramma’s en subsidies zijn de vooruitzichten ronduit somber.”