Grofweg de helft van de plastic verpakkingen wordt momenteel gerecycled in ons land. De kosteneffectiviteit van kunststofrecycling — in termen van kosten per ton CO2-reductie — is volgens beide economen laag vergeleken met het terugwinnen van energie uit kunststof. Ze baseren zich op een binnenkort te verschijnen studie. ‘Een besparing van een ton CO2 middels kunststofrecycling uit huishoudelijk afval kostte in 2015 178 euro’, aldus de hoogleraren. Dat is fors hoger dan andere alternatieven om CO2 te besparen. ‘Met andere woorden als we hetzelfde geld aan windenergie of het afvangen van CO2 zouden besteden dan kunnen we veel meer CO2 besparen.’
Hogere milieuwinst
Die lage kosteneffectiviteit is volgens Gradus en Dijkgraaf voor een belangrijk deel een gevolg van een afspraak tussen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de verpakkingsindustrie. Volgens die afspraak ontvangt een gemeente voor een ton gerecycled plastic bijna 700 euro. Dat bedrag is gebaseerd op de geschatte kosten die gemeenten maken voor het aan de voordeur ophalen van plastic afval. Op termijn goedkopere alternatieven zoals nascheiding van plastic worden daarbij niet meegenomen. ‘Dat is jammer, ook omdat de consument via een opslag op de boodschappen met plastic verpakkingsmateriaal gewoon deze hogere kosten betaalt, terwijl daar geen hogere milieuwinst tegenover staat’, aldus de hoogleraren.
Betere resultaten
Uit pilots zoals die met name in het noorden van Nederland worden gehouden, zou volgens hen zelfs blijken dat er ruim 8 kilo meer per huishouden gescheiden wordt bij nascheiding en er dus meer CO2-opbrengst voor een euro is. ‘Gemeenten die bronscheiding en gedifferentieerde afvalstoffenheffing combineren, komen daarbij in de buurt, maar die methode is duurder en in gemeenten met veel hoogbouw onmogelijk.’ Het is volgens Gradus en Dijkgraaf opvallend dat de Europese liberalen inmiddels amendementen op de richtlijn hebben ingediend, die zelfs iedere vorm van nascheiding willen verbieden. ‘Dat terwijl uit de praktijk blijkt dat nascheiding tot steeds betere resultaten leidt en er in diverse plaatsen, zoals Amsterdam, juist plannen voor een nascheidingsinstallatie ontstaan.’ In het belang van de burgers en het milieu zou de deur voor nascheiding, die in de huidige richtlijn op een kier staat, volgens hen veel verder open moeten.