De mogelijkheden voor het vinden van betaalbare woonruimte in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) zijn in de afgelopen twee jaar verder afgenomen. Terwijl in deze periode juist erg veel nieuwe woningen zijn gebouwd, nam het percentage sociale huurwoningen af en nam het aandeel van huishoudens met een laag inkomen toe. Ook zijn er naar verhouding minder middeldure koopwoningen dan twee jaar geleden. Het aanbod van dure huur- en koopwoningen is juist groter geworden. Vooral de particuliere vrije sectorhuur is gegroeid.
De woningproductie in de MRA bedroeg in 2019 volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek bijna 17.900 woningen en een jaar eerder 18.350 woningen. In deze twee jaar nam het percentage sociale huurwoningen in de MRA af van 40% naar 38% en steeg het percentage huishoudens met een laag inkomen van 41% naar 42%.
Dit blijkt uit de eerste resultaten van het tweejaarlijkse regiobrede onderzoek Wonen in de Metropoolregio Amsterdam (WiMRA), dat in 2019 voor de tweede keer in de gehele MRA is gehouden. Ruim 48.000 inwoners van de gemeenten in de MRA hebben een enquête ingevuld over hun woonsituatie, woonwensen en woonlasten.
Minder sociale huur en middeldure koop
Ondanks de focus van veel gemeenten op de bouw van meer middeldure huurwoningen en de zorg over de middeninkomens op de woningmarkt is door de afname van goedkope koopwoningen het totaal aandeel middeldure woningen afgenomen in de MRA van 26% naar 24%. Het aandeel sociale huur van corporaties is afgenomen van 31% naar 30% en ook de sociale huur in eigendom van particulieren is afgenomen, van 9% naar 8%. Het onderzoek laat zien dat de twee jaar geleden geconstateerde groei van de particuliere huursector verder heeft doorgezet: van 8% naar 11% van de totale woningvoorraad.
Minder mogelijkheden voor lage en middeninkomens
Voor woningzoekenden is niet zozeer de totale woningvoorraad van belang, maar de woningen die vrijkomen of nieuw op de markt komen. En juist in het aanbod zijn dure huur- en koopwoningen veel dominanter. Het gevolg hiervan is dat de mogelijkheden voor het verkrijgen van een betaalbare koop- of huurwoning voor mensen met een laag inkomen tot ongeveer modaal (tot €38.000 bruto per jaar) en middeninkomen (tot €57.000) zijn verkleind.
Meer particuliere vrijesectorhuur in aanbod
Mensen die willen starten op de woningmarkt of een andere woning zoeken, zijn steeds meer aangewezen op de particuliere huurwoningen in de vrije sector. In het vrijgekomen aanbod is het aandeel particuliere vrije sector inmiddels 25%. Mensen met een koop- of sociale huurwoning verhuizen minder, dus komen er naar verhouding minder koop- en sociale huurwoningen vrij. Terwijl dit juist de woningen zijn waar veel behoefte aan is.
Particuliere huur vaak tijdelijke oplossing
Het grote verloop van huurders in de particuliere huur komt vooral door de hoge prijzen. De huishoudens die in de afgelopen 2,5 jaar zijn verhuisd naar een particuliere vrije sectorwoning, betaalden gemiddeld € 1.290,- kale maandhuur. Voor mensen met een lager of middeninkomen, die bij gebrek aan alternatieven op dit segment zijn aangewezen, zijn dit heel hoge woonlasten. Voor velen is particulier huren een tijdelijke oplossing en zij verhuizen door als de mogelijkheid zich voordoet. Uit het onderzoek blijkt namelijk dat de helft van de bewoners van particuliere vrije sector huurwoningen wil verhuizen.
‘Ongewenste effecten nemen toe’
‘Het onderzoek laat zien dat de ongewenste effecten van de woningschaarste toenemen’, zegt Lex Scholten, voorzitter van het bestuurlijk overleg over bouwen en wonen in de MRA. ‘De huurprijzen in de vrije sector stijgen enorm. Nieuwe huurders betalen inmiddels gemiddeld € 223,- per maand meer dan zittende huurders. Mensen die de laatste twee jaar zijn verhuisd, zijn 34% van hun inkomen kwijt aan huur. Een kwart zit zelfs boven de 40%. Wat mij betreft hoog tijd om de huurprijzen te reguleren.’
‘Meer nieuwbouw sociale huur noodzaak’
De woningcorporaties in de MRA zien een grote noodzaak voor meer nieuwbouw van betaalbare huurwoningen. ‘Onlangs is berekend dat de woningcorporaties elk jaar 5.000 nieuwe sociale huurwoningen zouden moeten bijbouwen’, zegt Egbert de Vries, woordvoerder van de corporaties in de MRA. ‘Ook willen wij meer kunnen doen voor mensen met een middeninkomen. Maar we zijn sterk afhankelijk van de gemeenten om snel nieuwbouwlocaties aan te wijzen, en ook van het Rijk. Vanwege de hoge belastingen die de woningcorporaties moeten betalen, kunnen ze niet zo veel nieuwe woningen jaarlijks bijbouwen. We hopen dat de minister snel regelt dat onze financiële positie steviger wordt. Het is pure noodzaak om duizenden mensen te kunnen helpen die in deze regio werken en graag fatsoenlijk en betaalbaar willen wonen.’
Over WiMRA
De genoemde cijfers zijn enkele resultaten uit de eerste factsheet van het onderzoek Wonen in de Metropoolregio Amsterdam (WiMRA). Ook verschijnen twee factsheets voor de gemeente Amsterdam over de woningmarkt en leefbaarheid. De volgende factsheets voor de Metropoolregio Amsterdam, met informatie over woonwensen, verhuizingen en prettig wonen, volgen in het voorjaar van 2020.
WiMRa 2019: Woningvoorraad en bewoningDownload
Het WiMRA-onderzoek is uitgevoerd door OIS Amsterdam in opdracht van de Metropoolregio Amsterdam en de woningcorporaties in de MRA (vertegenwoordigd door het Platform Woningcorporaties Noordvleugel Randstad).
WiMRA 2017
Hier vindt u alle informatie over het onderzoek WiMRA 2017.