Tijdens de paddentrek kunnen de padden door speciale tunnels. Maar maken ze daar wel gebruik van? Dat onderzoekt de provincie Noord-Holland nu met automatische sensoren.
De studie meet de activiteit in de faunapassages tijdens de jaarlijkse paddentrek. Onderzoekers proberen hierbij een innovatieve techniek uit. Ze plaatsen op maat gemaakte detectoren in de tunneltjes. De provincie Noord-Holland werkt in het project intensief samen met PWN, 3D-makers, het Goois Natuurreservaat, OAK en gebiedsaannemer Krinkels.
“We richten ons op de seizoenstrek van de padden”, zegt Nico Jonker, ecoloog bij de provincie. “Op dit moment trekken ze vanuit de duinen naar de polder om hun eitjes af te zetten. Om ze te helpen – en om te voorkomen dat ze worden doodgereden – hebben we allemaal mooie paddentunnels aangelegd. Maar de vraag is: werken deze ook? En hoeveel padden gaan erdoorheen? Tijdens een vorige studie zagen we dat van de 100 padden die uit de duinen vertrokken 20 tot 30 procent de polder niet bereikte. Waarom weten we niet.”
Tunneltjes gestremd
Onderzoek wees eerder ook uit dat bijna de helft van de tunneltjes na een tijdje gestremd raakt. Rommel of water zijn vaak de boosdoeners. Jonker: “Door de heentrek van de padden te meten, hopen we straks meer te weten. Het is heel simpel. We gaan dieren tellen en hun mobiliteit meten. De techniek is er. De sensoren hebben een enorme ontwikkeling doorgemaakt.”
De detectoren registreren automatisch elk dier dat door de tunnel kruipt, inclusief de looprichting. Die gegevens worden vervolgens via het mobiele netwerk naar de onderzoekers gestuurd. Zo weten zij of een tunnel wel of niet wordt gebruikt.
Trouwe dassen
Verkeersmanagement voor dieren, noemt Jonker het. “We lachen er nu om, maar dit wordt in de toekomst vaste prik.

Foto persbericht Provincie NH