Duurzame biogrondstoffen (biomassa red.) vormen een noodzakelijke en waardevolle bron voor een CO2-neutrale en circulaire economie en nodig om de klimaatdoelen te halen. Daarvoor moetende beschikbare grondstoffen zo hoogwaardig mogelijk worden ingezet en voldoen aan heldere duurzaamheidseisen. De politiek bepaalt het tempo waarin stimulering van hoogwaardige inzet wordt opgebouwd en laagwaardig gebruik wordt afgebouwd. Investeringszekerheid voor de lange termijn is daarbij van groot belang.
Dit is de kern van het SER-advies ‘Biomassa in balans. Een duurzaamheidskader voor hoogwaardige inzet van biogrondstoffen.’ Woensdag 8 juli overhandigden SER-voorzitter Mariëtte Hamer en de opstellers van het advies, kroonleden Ed Nijpels en professor Katrien Termeer het advies aan staatssecretaris Stientje van Veldhoven van I&W.
Opbouw van hoogwaardig
Kernwoorden zijn opbouw, ombouw en afbouw. De toekomst ligt bij meer hoogwaardige inzet van biogrondstoffen als grondstof voor de chemie en materialen. Dat kan komen uit gewassen, algen, bomen en planten en dierlijke producten. In de chemie kunnen ze deels olie en gas als grondstof vervangen. Daarmee kunnen bijvoorbeeld bioplastics of biobeton gemaakt worden. Langdurige vastlegging van CO2in materialen helpt het klimaat en past bij een circulaire economieën kringlooplandbouw. Zo ontstaat een circulair, biobased bedrijfsleven met goede economische kansen. De technieken hiervoor staan nog in de kinderschoenen. Opbouw vraagt daarom om een helder, langjarig en consistent overheidsbeleid waar bedrijfsleven, arbeidsmarkt en onderzoekers op kunnen inspelen.
Ombouw voor overbrugging
Voor een aantal energetische toepassingen is nog geen duurzaam alternatief beschikbaar. Daar zijn biogrondstoffen een overbruggingsoplossing. Dat vraagt om een zorgvuldige, maar snelle ombouw. Biobrandstof is bijvoorbeeld voorlopig nodig bij zwaar transport en lucht-en scheepvaart. Elektrische vrachtwagens en synthetische kerosine gemaakt uit duurzame energie en CO2 zijn er nog niet. De SER benadrukt dat het tempo van zowel de opbouw als de ombouw omhoog kan met inachtneming van duurzaamheid en investeringszekerheid.
Afbouw van laagwaardig
De inzet van biogrondstoffen voor elektriciteit en warmte voor gebouwen moet worden afgebouwd. Bij inzet voor warmte is het cruciaal dat het kabinet initiatieven neemt om duurzame alternatieven, als geothermie, aquathermie en warmtepompen zo snel mogelijk beschikbaar te maken. Anders komen de klimaatdoelen in de knel.
Meervoudige verwaarding
Meervoudige verwaarding wordt steeds belangrijker. Er zijn diverse gewassen die elk verschillende grondstoffen kunnen leveren voor meerdere toepassingen. Aardappelen en suikerbieten zijn al bekende voorbeelden Van de laatste worden de componenten al gebruikt voor voeding, grondstof voor de chemie, energieopwekking en bodemverrijking. Bio-raffinage maakt het mogelijk verschillende bouwstenen van een biogrondstof te scheiden. Die kunnen fossiele grondstoffen vervangen.
Duurzaamheidseisen
De Raad adviseert duidelijke en steeds verder verfijnde eisen te formulerenen te borgen voor duurzame productie. De Europese richtlijn voor hernieuwbare energie biedt hiervoor een basis. Het gaat ook over sociaal-economische criteria, waaronder werkgelegenheid, beperken van ecologische risico’s en eisen voor een schone en gezonde leef omgeving zoals bijvoorbeeld de uitstoot bij gebruik van biogrondstoffen.
Kabinet moet regie nemen
Belangrijke randvoorwaarde is de beschikbaarheid. De wereldwijde beschikbaarheid van duurzame biogrondstoffen is beperkt. Nederland mag daar geen onevenredig groot beslag op leggen. Het advies biedt een afwegingskader voor de noodzakelijke keuzes. Het ligt nu in handen van het kabinet de strategie voor de toepassing in Nederland te bepalen, de kaders vast te leggen en de regie te nemen.
De SER gebruikt het begrip ‘biogrondstoffen’ omdat het beter de diversiteit en de waarde van diverse stromen van biomassa weergeeft.
Het advies is voorbereid door de SER-commissie Duurzaam Ondernemen. Die staat onder voorzitterschap van Ed Nijpels en de Subcommissie Biomassa onder voorzitterschap van professor Katrien Termeer. Naast de Kroonleden maken ook sociale partners, natuur en milieuorganisaties en onafhankelijke deskundigen deel uit van de commissie DUO.
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze site zo soepel mogelijk draait. Als je doorgaat met het gebruiken van deze site, gaan we er vanuit dat je ermee instemt.Ok