Het kabinet investeert de komende jaren flink in biomassacentrales die met hout worden gestookt. In Purmerend staat de bouw van een tweede met hout gestookte biomassacentrale voor de verzorging van de heetwatervoorziening voor de Stadsverwarming gepland.
De hout gestookte biomassacentrales, zoals onze stadsverwarming, staan in toenemende mate ter discussie.
De discussie
Maandag 27 januari was hierover in de raadszaal van ons stadhuis een informatiebijeenkomst waarin drie hooggeleerde heren tegenstrijdige geluiden lieten horen over de voor- en nadelen van houtige-biomassa als brandstof voor energiecentrales in het algemeen en de centrale voor de stadsverwarming in het bijzonder. Van een ‘beetje dom’ tot ‘juist goed’ viel daar te beluisteren. En daar moeten de raadsleden het mee doen om wijzer te worden wat de juiste weg is.
In Purmerend staat de bouw van een tweede biomassacentrale voor de verzorging van de heetwatervoorziening voor de Stadsverwarming nadrukkelijk in de schijnwerper. De milieuorganisatie Mobilisatie for the Environment (MOB), bekend door de stikstofaffaire en voorman Johan Vollenbroek, vecht ondertussen de omgevingsvergunning voor de stadsverwarming bij de rechtbank aan.
Eerder lieten Milieudefensie en Greenpeace weten dat de “slechte“ subsidie voor biomassacentrales moet stoppen.
Eind 2019 nam ook de Eerste Kamer een motie aan van PvdD-senator Niko Koffeman waarin de regering wordt verzocht om zo snel mogelijk te stoppen met de subsidies voor hout-bijstook in kolencentrales.
In een zeer recent bericht laat Milieudefensie nu weten dat als Nederland doorgaat met de bouw van biomassacentrales, het gevaar bestaat dat het Nederlandse beleid bijdraagt aan ontbossing. Er is veel brandhout nodig om al die biomassacentrales te voeden. Dat hout is er niet, zo blijkt uit onderzoek van Biomass Research en Milieudefensie. Meer biomassacentrales bouwen is volgens Milieudefensie daarom onverstandig.
Energie uit houtgestookte biomassacentrales wordt gezien als duurzaam, maar in de praktijk valt dat tegen.
Er zit een redenering achter het gebruik van houtige biomassa voor energie-opwekking in plaats van gebruik van aardgas, olie of steenkool.
Aardgas, olie en steenkool bezitten langdurig opgeslagen CO2, die het liefst eeuwig in de grond zou moeten blijven zitten.
Het is goedbeschouw ook een vorm van biomassa. Het is de gedurende miljoenen jaren in de bodem tot steenkool, aardolie en aardgas omgezette resten van organische stoffen. Het wordt dan ook wel aangeduid met oud fossiel. De nieuwe Biomassa wordt dan ook wel aangeduid met jong fossiel.
Hout heeft eerst CO2 opgenomen, als je die CO2 weer uitstoot bij verbranding is het resultaat klimaatneutraal, zo is de redenering. Zonne- en windenergie kunnen de vraag naar energie bij lange na niet aan.
De nood is zo hoog dat stoken met houtige biomassa in deze visie in elk geval the best of the rest van de huidige oplossingen is.
Daarbij worden enkele belangrijke punten over het hoofd gezien:
-
het duurt decennia of zelfs eeuwen eer een bos dat gekapt en met jonge bomen terug wordt gezet dezelfde capaciteit voor koolstofopname heeft als voorheen
-
houtverbranding betekent meer CO2- en fijnstof uitstoot dan van kolen en nog veel meer dan van aardgas
- het verbranden van biomassa is geen duurzaam alternatief om energie op te wekken. Daarvoor waarschuwt de Europese koepelorganisatie voor wetenschappers EASAC. Volgens EASAC komt bij de verbranding van hout meer CO2 vrij dan bij de verbranding van kolen en gas.
Aardgasvrij projecten
In de wijk Overwhere nadert het aardgasvrij pilot project zijn voltooiing. De bijna1.300 aansluitingen in het vervolg: de proeftuin, is het volgende project. Duidelijk is al dat het aardgasvrij maken op basis van verleiding, bijzonder subsidiestromen en ontzorging van de gebruikers bij de ombouw veel geld en ondersteuning kost.
De voor de pilotwijk en proeftuinwijk door het Rijk ter beschikking gestelde subsidiegelden zijn na pilot en proeftuin projecten uitgeput. Voor de rest van Purmerend dat voor aardgasvrij in aanmerking komt is het vervolg dan ook ongewis. Een situatie die overigens voor heel Nederland geldt.
Tegelijkertijd is het gebleken dat er in de pilotwijk gebruikers zijn die zich om uiteenlopende redenen niet lieten verleiden om (vrijwillig) van het gas af te gaan. Bestuurlijk worden deze weigeraars aangeduid met ‘gasklevers’. In de proeftuinwijk worden meer gasklevers verwacht. Voor deze gasklevers dient de infrastructuur van de gasleiding volgens de huidige project afspraken in stand te blijven. Hetgeen door bestuurders en leveranciers van gas als een onnodige extra financiële last wordt beschouwd.
Van bestuurders (waaronder de Purmerendse) en gas leveranciers valt dan ook te beluisteren dat het vrijwillige karakter van het aardgasvrij, en dus het leidende principe van verleiding om van het gas af te gaan, moet worden losgelaten. Het Rijk heeft daarom met instemming van een meerderheid van het parlement het eind december 2019 mogelijk gemaakt dat de gemeenten daar in specifieke gevallen over kunnen beslissen. Het is dan ook allerminst uit te sluiten dat de ca. 1.300 gas gebruikers in de proeftuin in Overwhere als eerste met deze afweging zullen worden geconfronteerd.
Bij het gedwongen verlaten van het aardgas zijn in vrijwel de meeste gevallen de gebruikers nu nog voor hun warmwatervoorziening aangewezen op de stadsverwarming. En die staat nu net vanwege zijn hout gestookte biomassacentrale als de (milieu) oplossing ter discussie. Een verplichting om van het aardgas af te gaan zal dan ook op veel weerstand kunnen rekenen. En daarmee zijn we terug bij de huidige discussie.
Het valt te verwachten dat er nog veel aardgas door de leidingen zal stromen alvorens een algemeen aanvaardbaar alternatief voor het stoken met fossiele grondstoffen aan gebruikers kan worden aangeboden.