“Hallo Meander, moet je horen.” Zo begroet buurman Jaap me als hij mij ziet. “Ik lees met aandacht die leuke fabeltjes over die terror-oehoe op visite in Purmerend. Daarop heb ik ook als aanvulling een interessante fabel.”
Snel pak ik pen en papier, benieuwd naar wat buurman over een spekend dier te vertellen heeft.
Buurman vangt aan. “ Meander ik heb zoals je weet een toompie kippen met een haan en een geitje. De haan kraait s ’morgens, wat de veelal gepensioneerde bewoners van ons hofje een vertrouwd en landelijk gevoel geeft, waarna ze zich nog en keertje omdraaien in bed. Het vroeg opstaan overlatend aan de werkende mensen. Het geitje laat zich op het veldje in ons hofje door de jeugd uit de ons omringende flats graag met allerlei lekkers en gekriebel in zijn sikje verwennen.
Nu wil het geval dat ik ook vaak een egeltje op bezoek heb, ik heb er zelfs een egelhuisje voor ingericht. Tot mijn stomme verbazing sprak deze egel plotseling tegen me. “Noem me maar Ed buurman”, sprak de egel en vouwde zijn parapluutje dicht. Voordat ik van de verbazing was bekomen hoorde ik het geitje mompelen: wat gek hè baas een sprekende egel. De haan zag ook mijn verbazing en zei ‘kukeleku’, niets bijzonders dus van die kant.
Ed de Egel ging verder en bleek een verhaal over grondwaterstand en verdroging te hebben. En dat verhaal wil ik je niet onthouden Meander.
“Je kan tegenwoordig geen krant openslaan of je leest een bericht over droogte en de relatie tot het klimaat. Het klimaat is net als voorheen de duivel goed voor al het ongrijpbare kwaad dat over ons komt. Zo begon Ed de Egel zijn relaas. Volgens hetgeen je leest lijkt klimaatverandering een grote rol te spelen bij de versnelde bodemdaling. Geschreven wordt dat door de relatief warme zomers veenbodems uitdrogen, waardoor een snellere bodemdaling ontstaat. Met als gevolg schade aan gebouwen, droogvallen van houten funderingspalen en ook verdroging van land- en tuinbouwgewassen. Het klimaat krijgt alweer de schuld van al deze ellende.
Egels weten uit meten is weten wel anders. De jaarlijkse neerslaghoeveelheid in Nederland in de periode 1910-2019 is juist gelijkmatig gestegen van 692 naar 873 millimeter. Dit is een toename van 26% in 110 jaar. De neerslaghoeveelheden per seizoen vertonen hetzelfde gelijkmatige patroon, zij het met afwijkende procentuele toenames. De grootste stijging vindt plaats in de wintermaanden, namelijk met 43% over de periode 1910-2019. Voor de lente, zomer en herfst bedragen de toenames respectievelijk 27%, 17% en 22%.
De totale hoeveelheid neerslag varieerde sterk van jaar op jaar. Zo bedroeg de neerslaghoeveelheid 436 mm in 1921 en 1111 mm in 1998. De droogste jaren in de recente decennia waren 2003 en 2018. Aan de hoeveelheid neerslag ligt de verdroging en bodemdaling dus niet. Waaraan dan wel? Waar komt die verdroging en daling van bodem dan vandaan en de daaruit ontstane dan vandaan?”
Ed ging er eens even goed voor zitten om er een verklaring voor te geven.
Egels doorkruisen het hele land en spreken veel grondbewoners zoals woelmuizen en ander muizenfamilies, korenwolven, mollen, ringslangen, ja zelfs af en toe een wild zwijn.
Zo hebben de wetenschappers onder de egels vastgesteld dat de meeste gevallen van onderzochte schade door bodemdaling worden veroorzaakt, door onttrekking van grondwater. Die leidt bijvoorbeeld tot droogteschade aan land- en tuinbouwgewassen of verzakking van gebouwen. Bodemdaling wordt vooral veroorzaakt door het op (te laag) peil houden van het grondwater. Daar speelt de agrarische sector een belangrijke rol in. Het waterpeil wordt veranderd ten behoeve van het gebruik van de grond. De toplaag mag niet te drassig worden, voor het vee en zware landbouwvoertuigen. In de bebouwde veenweidegebieden speelt nog een tweede oorzaak. Als veen droogt komt te liggen en in aanraking komt met zuurstof, verbrandt het heel gestaag. ‘Een natuurlijk proces’ hoor”, zo vervolgde Ed de Egel en hij ging verder met zijn ‘college’.
Nederland bestaat grofweg uit twee helften: de hoge zandgronden in het zuiden en oosten, en de lager liggende veen- en kleigebieden in het noorden en westen.
Door de jaren heen zijn er jaarlijks natte en droge periodes, door de bank genomen valt het hele jaar -met geringe toename-, dezelfde hoeveelheid regen. Hierdoor hersteld de grondwaterstand zichzelf, als….. het daar de kans voor krijgt?
Tweederde van het landoppervlak in Nederland wordt beheerd als landbouwgrond. In natte perioden klagen boeren over vernatting en willen het water snel afvoeren. De grondwaterstand wordt dan door gemalen geforceerd laag gehouden de afwatering is dan in hun voordeel. Bij droogte klagen boeren over verdorring, en wordt er grondwater als beregening opgepompt en rond gesproeid over de landerijen en gewassen. Maar de waterbuffer in de grond is door de eerdere geforceerde afwatering niet meer aanwezig.
Over drinkwaterbedrijven die grondwater oppompen voor distributie valt een apart verhaal te vertellen. Ik volsta ermee te melden dat het oudste waterleidingbedrijf van Nederland -dat van Amsterdam- (gevolgd door het provinciaal waterleidingbedrijf) al eerder een passende oplossing voor de verdroging door drinkwaterverbruik heeft gevonden. Daar kunnen ze in het oostelijke deel van ons land nog wat van opsteken. Maar om met Meander te spreken; dit terzijde.
Boerenbedrijven onttrokken in de droge zomer van 2018 ca. eenderde van wat drinkwaterbedrijven in een heel jaar – onder streng toezicht – oppompen. Ook door wetenschappelijke mensen wordt dan ook met klem gewezen op de ontwatering en de beregening uit grondwater door boeren, met name rond natte natuurgebieden. Dit zal drastisch teruggebracht moeten worden om de natuur, de grondverzakkingen en de schade te voorkomen.
De waterbeheerders zullen de waterstand, die in de afgelopen decennia met decimeters is gedaald, omhoog moeten brengen. Boeren zijn daar tegen, niet alleen omdat ze dan met hun zware machines het nattere land niet op kunnen, maar ook omdat met de hogere waterstand de grond afkoelt, wat voor langzamere groei van hun gewassen zorgt. In zomermaanden zullen veehouders de droogte moeten accepteren, als hun weilanden er zinderend bij liggen.
Slechts onder streng toezicht en beperkte mate mag er dan nog worden beregenend. Dat is de oplossing volgens alle dierlijke grondbewoners en wetenschappelijk onderlegde egels tegenaan kijken.
O ja, en heb je als mens toch schade bijvoorbeeld van grond of een huis. En is er schade door het onttrekken van grondwater? Dan komt dat in aanmerking voor een onderzoek naar de omvang van deze schade. Dat weten veel mensen niet. De provincie betaalt de kosten van dit onderzoek. Je moet wel aangeven welke schade er is ontstaan en welke vermoedelijke onttrekking deze schade heeft veroorzaakt.
Het is allemaal maar een weetje buurman, zo besloot Ed de Egel zijn betoog.
Met de stekels omhoog scharrelde Ed de Egel mijn tuin weer uit Meander. Mij in verbijstering en met een baaierd aan nieuwe kennis achterlatend. Dit verhaal moest ik even aan je kwijt”, zo rondde buurman zijn fabel af.
Snel werkte ik de aantekeningen uit die ik had gemaakt. Dit sprookjesachtige verhaal is het resultaat. Buurman kan er ook wat van denk ik nog in stilte.
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze site zo soepel mogelijk draait. Als je doorgaat met het gebruiken van deze site, gaan we er vanuit dat je ermee instemt.Ok