HomeNieuwsColumnDe eland rukt op naar Nederland

De eland rukt op naar Nederland

Eland rukt op


De eeuwenlange beïnvloeding door de mens van de flora en fauna leidde tot ontbossing en veranderd dierenleven, zo ontstonden de thans hoog gewaardeerde heide en zandverstuivingen en verdween de wolf.  De (ver) woeste gronden ontstonden. In de twee vorige columns ging ik daar al op in. Nu een korte geüpdatete samenvatting.

Juist door de extra stikstof uitstoot worden thans deze voedselarme en overige gronden weer voedselrijker. Sommige plantensoorten profiteren daarvan en ook de wolf is terug. In gebieden zonder menselijk ingrijpen groeien er nu meer brandnetels langs de paden en/of bramen in de bossen en is er een toename van het prachtige siergras pijpestrootje op de heide, opslag van bomen in het hoogveen en dominantie van riet in het laagveen. Zichtbare groene verwildering is het resultaat. Het klinkt vreemd maar de oorspronkelijk begroeiing is zich deels zo aan het herstellen.
In voorkomende gevallen leidt deze toename van stikstof zelfs -naast verandering- tot verbetering van voedselkwaliteit van planten en zo voor meer levenskansen van bepaalde dieren, maar in evenzovele gevallen neemt de groenstructuur en het tot dan bekende dierenleven juist af.

Onduidelijk is nog welke gevolgen de extra stikstof nu echt voor planten en dieren heeft. Veel zoogdieren lijken in eerste instantie juist te profiteren van vergroening omdat ze er dekking en voedsel vinden. Voor reeën werkt dat bijvoorbeeld goed evenals voor vogels. Verder nemen soorten als das, bever, steenmarter, otter en ohoe in aantallen toe omdat ze naast vergroening van hun leefgebied goed beschermd worden en er voedsel vinden.
Na de wolf, goudjakhals, wilde kat schijnt nu zelfs de eland onderweg te zijn naar onze groener wordende streken.

Het pijpestrootje  geldt als een waardeplant voor rupsen van de kleine hageheld, rietvink, bont dikkopje, groot dikopje, bont zandoogje, koevinkje, boserebia, blauwoogvlinder en de witstipgrasuil.

Terzijde een weetje. Het aantal ijsberen, het te pas en onpas gebruikte symbool van de klimaatverandering, neemt fors toe. En ook het aantal tijgers neemt spectaculair toe.

Terug naar de Nederlandse natuur. Die is sinds het verschijnen van de mens in rap tempo afgebouwd. Het intensieve landgebruik door de mens leidde tot gebruiksnatuur en meandert door de eeuwen. En als je dat goed wilt blijven exploiteren dan vraagt het om onderhoud. Ook dat onderhoud slaat nogal eens door, zo sterk dat de provincie Gelderland nu de houtoogst in een groot deel van oude bossen wil gaan verbeiden. Het met rust laten van het bos en de bodem heeft positieve invloed op insecten en broedvogels, de biodiversiteit neemt toe. Een feitje dat overigens niet nieuw is. Dat de houtoogst voor veel boseigenaren een inkomstenbron is maakt de belangenstrijd tussen economie en natuurbeheer tot op de dag van vandaag zichtbaar.

Kijken we naar de ligging van gebieden en van stikstof uitstotende menselijke activiteiten, dan moeten die activiteiten zich nu na eeuwenlange menselijke bestuurlijke verwaarlozing plotseling aanpassen. Niet om terug te geven aan de oorspronkelijke natuur maar naar een door de mens benoemde moderne natuur, die volkomen afwijkt van wat bekend staat als oernatuur. Oernatuur bestaat in Nederland niet meer.

En daardoor zijn in het bijzonder ineens de boeren de gebeten hond en worden volgens directieve regeringsplannen verdreven van de gronden die eeuwenlang ten nutte zijn gemaakt voor niet alleen onze maar de voedselvoorziening voor de wereld.
Nu moeten deze ondernemers zich plotsklaps voegen naar een overheid die zich aan Europese stikstofregels heeft gecommitteerd. Door mensen gecreëerde regeltjes en regelaartjes gaan ermee aan de haal en zo wordt vergeten dat die regeltjes ten dienste van mensen staan en zo nodig kunnen worden veranderd of aangepast.
Dat technocratische gedoe voelt zeer bedreigend in het voortbestaan van een eeuwenlang gecultiveerde samenleving. Bovendien duiken er allerlei ‘onverklaarbare’ fouten in feitelijke aannames op die -onderkoeld aangeduid- tot ‘meetcorrecties’ leiden.

Boeren voelen zich in de verdomhoek gezet en zouden  beter geholpen kunnen worden en versterkt in hun rol van rentmeester van een evenwichtig groenbeheer en benutten van de steeds  schaarser wordende groene gronden. Heel lang mochten zij hun gang gaan in een politieke constellatie waarin alles gericht was op groei. Sterker nog ze werden door landsbestuur en banken gestimuleerd om steeds verder te groeien en zo wereldkampioen kwantitatief en kwalitatief voedselproducent te worden.

Dat nu eventjes selectief ‘rechtzetten’ met en top-down benadering is dan ook een aanpak die alleen nog wordt gebruikt door domme organisatieadviseurs die op korte termijn winstbejag uit zijn. Een aanpak die ook nog eens onwettig blijkt te zijn.
Je zou haast gaan denken dat deze crisis is geregisseerd om andere zaken naar  de achtergrond te dringen. Het prestigevolle politieke spelletje dat thans over de hoofden van het electoraat wordt gespeeld doet het ergste vermoeden.

Ondertussen is wel duidelijk dat het onderhoud van de groene gebieden, ook al noemen we ze nog natuurgebieden, essentieel blijft. In een klein land als het onze is het nodig dat gebruik en beheer hand daarbij hand in hand gaan. Zolang er evenwel geld mee te verdienen valt zal er tussen gebruik en verdienen tot het bittere einde een belangenstrijd zijn. Een bestuurlijk zichtbare en onzichtbare hand zal daarin evenwicht moeten brengen en behouden. Dat dit nu onbeholpen plaatsvindt tekent de paniekerige situatie.

 

Column artikelen