Een op veler verzoek herhaald en geactualiseerd verhaal
Vrolijk babbelend vliegen Marcel Meeuw en Ohoebruno naar het oosten van het land. Ze zijn op zoek naar Louise Wielewaal.
“Ja Ohoebruno, de man van Louise -Wim – is gemakkelijk te vinden. Hij heeft een heldergeel verenkleed met zwarte vleugels en een zwarte staart. Louise daarentegen is veel fletser gekleed en moeilijker te vinden in de boomkruinen. Maar het gaat lukken hoor, ik weet waar ze tegenwoordig wonen. Ze hebben voorkeuren voor de boomtoppen van berken, elzen, espen eiken en populieren. Precies de bomen die nogal te lijden hebben van de kaalslag in de bossen. Maar in de Flevopolder en bij het Lauwersmeer zijn betrekkelijk jonge populierenbossen en daar zijn ze zomers te vinden.”
Vrolijk het wielewaallied fluitend en zingend vervolgen de vogels hun tocht.
‘Kom mee naar buiten allemaal, dan zoeken wij de wielewaal.
En horen wij die muzikant, dan is zomer in ’t land
Dudeljoho klinkt zijn lied, dudeljoho klinkt zijn lied
Dudeljoho en anders niet’,
Marcel en Ohoebruno zijn nog maar net in de Flevopolder of ze zien Wim en Louise Wielwaal. De Wielewalen kennen Marcel, die Ohoebruno introduceert. Marcel neemt afscheid en Wim vliegt gezellig een stukje met hem mee terug, hij kent het verhaal van Louise wel.
“Zo Ohoebruno, jij wil weten waar al dat hout blijft dat uit de bossen verdwijnt en zo’n kaal beeld geeft. Nu je hebt geluk dat we er nog zijn. Wim en ik waren net van plan om te gaan overwinteren in Oost-Afrika.
Oorzaak Woeste gronden
Je hebt het over ‘woeste gronden’ en vraagt wat er aan de hand is.
In Nederland was het tot voor kort natuurbeleid om afvalhout en omgevallen bomen en dode bomen te laten liggen. Dood hout zorgt voor een gezond grondleven en zo een soortenrijk bos. Voor vele bosorganismen is dood hout van levensbelang, ze zijn er voor hun voortbestaan afhankelijk van.
Ineens werd alles opgeruimd en niet alleen ruimen maar er wordt ook gezond bos uitgedund. Dit onder het motto terug naar de Middeleeuwen en de woeste gronden. Dat zou namelijk de oorspronkelijke bossituatie zijn. Nonsens natuurlijk, het is maar net in welk tijdsmoment je kijkt. De woeste gronden waren het gevolg van kaalslag van bomen voor brandhout. De meeste bomen lagen voor de middeleeuwen al in de vuren. Het was tot de eeuwen latere ontdekking van kolen de belangrijkste energiebron.
Hout stoken vele malen smeriger dan aardgas, aardolie of steenkool
Houtstoken werd onlangs opnieuw als energiebron herontdekt. Een slimme kwakzalver wist de mensen wijs te maken dat houtstook milieuvriendelijk zou zijn. Met een mooi nieuw woord wordt dit hout – biomassa – genoemd. Over hout – biomassa- is door beleidsbepalende mensen bepaald dat er voor iedere verbrandde boom een nieuwe boom wordt geplant. Zo houdt men op papier de opwekking van energie uit hout CO2-neutraal; een boom voor een boom.
De beleidsbepalende mens tovert om dit idee maatschappelijk aanvaardbaar te maken voor de andere mensen konijnen uit de hoge hoed.
Ten eerste: het verstoken van hout levert veel meer CO2 op dan wanneer je aardgas, aardolie of zelfs steenkool zou gebruiken. Om over fijnstof maar te zwijgen. Maar de beleidsbepalende mens zet die feitelijkheid buiten spel. Voor de verbrande boom wordt ‘immers’ een nieuwe boom geplant. Uitstoot nul, zo maakt de mens zichzelf wat wijs.
Onzin natuurlijk, die CO2 gaat in één keer de lucht in en wordt logischerwijs niet direct weer vastgelegd in een nieuwe aanplant. De nieuwe bomen hebben tientallen jaren nodig om te groeien.
Ten tweede: de beleidsbepalende mens heeft biomassa (hout dus) als hernieuwbare (duurzame) energie bestempelt. Met hetzelfde gemak waarmee je van de een op de andere dag bepaalt dat een meeuw een raaf is.
Maar biomassa kan niet als hernieuwbare energie worden beschouwd en is allerminst milieuvriendelijk.
Tellen we de energieverliezen door bewerking en transport er bij op, dan kunnen we rustig stellen dat bij gebruik van hout als brandstof drie tot vier keer zoveel CO2 per eenheid energie wordt uitgestoten dan bij aardgas. Dus terwijl het beleid enerzijds inzet op het verminderen van de CO2-uitstoot en we daarvoor fossiele brandstoffen in de grond laten zitten, zorgt het er anderzijds voor dat de CO2 uitstoot juist met factoren toeneemtdoor schoner aardgas te vervangen. Aardgas dat voorlopig nog buitengewoon ruim voorhanden is.
Forse subsidie op bedrijfsmatig hout stoken
Kolencentrales en ander biomassa verstokende bedrijven worden met subsidiëring en vrijstelling van emissierechten verleid tot het overstappen op of bijstoken van biomassa. Minister Wiebes van Economische Zaken – een beleidsbepalend mens– heeft hiervoor 8 miljard euro subsidie gereserveerd. De overstap van gas naar houtstook wordt zodoende om economische motieven steeds vaker gemaakt. Het heeft niets met milieu te maken.
Dat geld kan beter worden gebruikt om te besteden aan innovaties en investeringen die industrie, verkeer en landbouw in staat stelt om werkelijk te veranderen en zich aan te passen. Stoppen met die subsidie!
Onbegrijpelijk dat de beleidsbepalende mens, die beweert het beste met de andere mensen op het oog te hebben, kolencentrales laat ombouwen tot biomassacentrales en een vrijbrief geeft voor tientallen kleinere biomassacentrales.
Als we de CO2-uitstoot nu serieus willen beperken, zouden we dus de steenkool c.q. biomassacentrales zoveel mogelijk moeten vervangen door aardgascentrales (CO2-reductie) en tegelijkertijd een beleid moeten ontwikkelen waarbij zoveel mogelijk CO2 langdurig wordt vastgelegd (CO2-opslag). Dat laatste gebeurt echter niet. Sterker nog, het areaal aan bossen neemt drastisch af en het beheer van bestaand bos is niet ingericht op het vastleggen van CO2. Daardoor raakt het ‘milieu’ behoorlijk van de regen in de drup.
De emoties laaien op
Beste Ohoebruno, ik word toch zo diep droevig over wat de beleidsbepalende mens hier allemaal kwakzalvert. Vertel dat maar aan die vriend van je die Meander. Waar woont hij eigenlijk?”
‘Wel geachte en hooggeleerde Louise, Meander woont in Purmerend”, antwoordt Ohoebruno.
Louise Wielewaal schrikt en roept uit: “wat Purmerend, Purmerend die zelf een biomassacentrale voor de stadsverwarming heeft en er nog eentje bij gaat zetten. Oei Ohoebruno, Meander en de andere mensen zijn niet te benijden. Is er dan helemaal geen tegenstand?”
“Ja Louise”, reageert Ohoebruno, “de beleidsbepalende mensen in Purmerend hebben ook bepaald dat aardgas uit hun stad moet verdwijnen. De andere mensen worden er momenteel proefondervindelijk en met veel geld toe verleid om voor hun warmte over te schakelen op de warmte opgewekt door de biomassacentrale. En natuurlijk is er weerstand”
Louise haar oogjes flakkeren van boosheid. Man Wim komt net terugvliegen.
“Zie je Wim nu heeft die uil me toch nog emotioneel weten te krijgen. Purmerend dat toch om zijn kritische mensen bekend staat, heeft een uitdijende biomassacentrale voor warmtelevering. En heeft de nuttige overgangs energiebron aardgas bij het oud vuil gezet. Het is toch niet te geloven. Je weet wat dat betekent hé Wim. Volgend jaar zeker niet naar Purmerend en als het even kan voorlopig ook maar niet meer naar Nederland.
Ja Ohoebruno vertel alles maar aan je vriendje Meander en hopelijk geeft hij het door aan zijn beleidsbepalende maatjes. Of het zin heeft vraag ik me af , maar niet geschoten is altijd mis. Kom Wim we gaan weg uit dit dwaze land.”
Beide vogels stijgen op en laten Ohoebruno in complete verwarring achter. “Hoe vertel ik dit alles aan vriendje Meander mompelt de grote wijze vogel”. Aangedaan komt er waarachtig een traan uit zijn ogen vloeien.
Tekeningen WAT