De rekenkamer evalueert standaard een aantal jaren nadat een rekenkameronderzoek is afgerond wat eris gedaan met de aanbevelingen van het rapport en wat de belangrijkste ontwikkelingen zijn geweest. In2019 is het rekenkameronderzoek naar de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 afgerond (het jaartal2015 heeft betrekking op naam van deze wet).
De gemeenteraad heeft de aanbevelingen bij dit rapport middels een raadsbesluit overgenomen. Door de rekenkamer is in overleg met de betrokken ambtenaren geëvalueerd wat de belangrijkste ontwikkelingen zijn geweest en via dit memo wordt de raad hierover geïnformeerd.
De aanbevelingen van dit onderzoek waren:
Actualiseer het Wmo beleidsplan
Ontwikkel communicatie instrumenten voor kwetsbare groepen
Overweeg of het sturen op zorg in natura wenselijk is
Informeer over de mogelijkheid van cliëntondersteuning
Hieronder wordt per aanbeveling de belangrijkste ontwikkelingen beschreven en beoordeeld in hoeverre de aanbevelingen ook zijn opgevolgd.
Aanbeveling 1: Actualiseer het Wmo beleidsplan
Op donderdag 27 januari 2022 werd het geactualiseerde Wmo beleidsplan vastgesteld door de gemeenteraad. Inhoudelijk zijn er geen grote wijzigingen ten opzichte van het voorgaande beleid, maar is door het samenvoegen van de eerdere plannen uit 2014 en 2017 wel één overzichtelijk, leesbaar en actueel
beleidsplan gemaakt. Het is korter en meer procesmatig beschreven ten opzichte van de voorgaande plannen. De focus ligt op wat er per doel concreet in de komende drie jaar (2022 – 2025) gaat gebeuren.
Het plan is vlak voor de bestuurlijke fusie in beide raadscommissies (Purmerend en Beemster) behandeld en de adviesraden uit beide gemeenten hebben hier een positief advies over uitgebracht. Het heeft dus een aantal jaar geduurd voordat de aanbeveling is uitgevoerd, maar we kunnen concluderen dat het wel is gebeurd.
Conclusie: aanbeveling is opgevolgd.
Aanbeveling 2: Ontwikkel communicatie-instrumenten voor kwetsbare groepen
Één van de conclusies van het rekenkameronderzoek was dat kwetsbare groepen zoals laaggeletterden, mensen met een niet-Westerse culturele achtergrond en andere groepen moeilijker de weg weten te vinden naar de Wmo dienstverlening. In het geactualiseerde Wmo beleidsplan is er voor dit probleem niet specifiek aandacht geweest. In algemene zin wordt er gemeentebreed ingezet om via meer toegankelijke communicatie deze groepen te benaderen en wordt via de wijkteams en de verschillende sociale voorzieningen geprobeerd deze mensen te bereiken, maar dit is meer algemeen en niet gericht op Wmo.
Conclusie: aanbeveling is deels opgevolgd.
Aanbeveling 3: Overweeg of het sturen op zorg in natura wenselijk is
In het rekenkameronderzoek is geconstateerd dat in de praktijk er een hogere drempel is om zorg via een PGB (persoonsgebonden budget) aan te vragen dan zorg in natura. Voor een PGB moet een plan ingediend worden, voor zorg in natura is dat niet zo. De rekenkamercommissie was van mening dat deze beleidskeuze expliciet door de gemeenteraad gemaakt zou moeten worden en niet impliciet onderdeel
van beleid zou moeten zijn. Dit punt is tijdens de behandeling van het rapport ook toegelicht en besproken. In het geactualiseerde beleidsplan dat in 2022 is vastgesteld is de werkwijze op dit gebied
gelijk gebleven. Op dit moment wordt gewerkt aan het harmoniseren van de kwaliteitseisen die voor PGB’s gelden met zorg in natura. Dit zou de drempel kunnen verhogen voor zorg via PGB, maar dat hangt af van hoe de kwaliteitseisen worden geformuleerd.
Conclusie: aanbeveling is opgevolgd.
Aanbeveling 4: Informeer over de mogelijkheid van cliëntondersteuning
Cliëntondersteuning wordt nu standaard aangeboden. Waar eerst de zorg was dat dit voor veel cliënten niet nodig zou zijn, is de ervaring in de praktijk positiever. Ook bij cliënten die zelf wel mondig zijn, is het vaak nuttig om een onafhankelijke ondersteuner bij de gesprekken te hebben. Der ervaring is dat gesprekken hierdoor soepeler kunnen verlopen.
Conclusie: de aanbeveling is opgevolgd.
Aanbeveling 5: Ontwikkel betere ondersteuning voor mantelzorgers
Veel zorg wordt in Nederland gegeven door mantelzorgers. Dit zijn vaak mensen in de familie of de vriendenkring. Er is in Purmerend veel aandacht voor ondersteuning van mantelzorgers en hier zijn in de afgelopen jaren meerdere nieuwe initiatieven voor ontwikkeld, zoals de opening van het Buitenhuis voor respijtzorg. Er is veel diversiteit in mantelzorgers en ook de behoeften zijn verschillend. Voor de één is
meer dagbesteding voor de cliënt een oplossing, voor de ander is meer respijtzorg voor de cliënt belangrijk. Er is vier keer per jaar overleg met alle partijen die iets met mantelzorg doen om zo de behoeften aan te laten sluiten op het aanbod vanuit de gemeente en maatschappelijke organisaties.
Purmerend heeft als één van de weinige gemeenten een mantelzorgregisseur. De indruk is dat de vraag naar mantelzorg iets lijkt te groeien, maar het aanbod is afgelopen jaren ook meegegroeid. Het respijthuis is tijdelijk vol geweest, maar hier is op gereageerd door nieuwe (tijdelijke) capaciteit bij te maken. In de praktijk lijkt de afstemming van vraag en aanbod goed te functioneren en in staat om goed om te kunnen gaan met tijdelijke veranderingen in de vraag vanuit mantelzorgers.
Conclusie: aanbeveling is opgevolgd
Eindconclusie
Uit deze evaluatie kan geconcludeerd worden dat vier aanbevelingen zijn opgevolgd en één aanbeveling deels is opgevolgd. De rekenkamer adviseert om bij de ontwikkeling van nieuwe plannen voor Wmo aandacht te hebben voor communicatie naar kwetsbare groepen die de weg naar het Wmo loket niet goed weten te vinden.
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze site zo soepel mogelijk draait. Als je doorgaat met het gebruiken van deze site, gaan we er vanuit dat je ermee instemt.Ok