Donderdagavond was vroeger op de televisie de vaste toneelspel avond. Klassieke stukken als de Gijsbrecht van Amstel, Op hoop van zegen, Hamlet, Het dagboek van Anne Frank enz. waren de bijdrage van de TV aan de culturele ontwikkeling van zwart-wit kijkend Nederland. Het heeft lang geduurd maar het equivalent van zo’n avond is terug. Donderdagsavonds zit ik gekluisterd aan de TV om de uitzendingen van Purmerendse raadsdebatten te volgen die via de lokale omroep zijn te volgen.
Meteen viel me de nerveuze stemming op tijdens de start van de raadsvergadering op 28 mei jl.
Er hing iets in de lucht merkte ik. "Er hangt dreiging in het zwerk jonge vriend", zou Olie B. Bommel tegen Tom Poes in zo’n situatie zeggen.
De lokale praatjesschrijver en raadsacteur Jos Lutz (PvdA) nam nog voor andere partijen de kans kregen direct het woord. Niet gestoord door de voorzitter overigens die bij andere overtreders van de spelregels onverbiddelijk kan optreden.
Lutz kreeg het voor elkaar om in voor de kijkende burger omfloerste taal een eerste behandeling van het onderwerp naar een achterkamertjesoverleg te krijgen. Door een interventie van de acteur Ankersmit van de Stadspartij begreep ik dat het om iets ernstigs rond de Stadsverwarming ging. Zijn pleidooi om er met enige toevoeging aan inhoud direct in het openbaar over te vergaderen redde het niet.
Door de Stadspartij werd wel enigszins duidelijk waar het om ging. Het gevallen zwaard van Damocles over de Stadsverwarming blijkt door de provinciebestuurders te zijn opgepakt en is aan de gemeenteraad toegestuurd.
Die interventie was wel nodig ook omdat het college van Purmerend het zwaard gewoon in de goot liet liggen.
Uit betrouwbare bron (de media zwegen erover totdat ik dit stukje schreef) weet ik inmiddels nog weer meer.
De opdracht die erbij zit van het provinciaal bestuur aan de gemeenteraad is:’hangt u dit zwaard maar weer eens netjes op! Liefst dit jaar nog maar uiterlijk volgend jaar. Gebruik goed materiaal want het moet blijven hangen!’
Het provinciebestuur laat ook weten dat beseft wordt dat dit een zware taak is, maar men wenst het Purmerendse gemeentebestuur veel succes.’
U merkt als het om opgeblazen toneeltaal gaat dan sta ik mijn mannetje.
Even naar de werkelijkheid. Waar gaat het precies om. Het Purmerendse gemeentebestuur moet de negatieve egalisatiereserve van de Stadsverwarming binnen vijf jaar opgelost hebben. Bovendien moet het verlies aan dividendinkomsten structureel in de begroting worden gecompenseerd en niet met de thans voorgestelde lapmiddelen. De Stadsverwarming is dus in feite failliet concludeer ik kort door de bocht.
Dit bericht zoemde dus door de raadszaal op de bewuste raads-TV-toneelavond. Dit gebeuren speelt zich namelijk ook af tegen de achtergrond van de behandeling van de begroting voor 2010. Die behandeling is al gestart en het is de bedoeling dat de raad op 18 juni a.s. daarover principebesluiten neemt. Een scala van mooie plannen die geld kosten en waarmee partijen zich kunnen profileren naar de burgers toe zullen daar traditioneel de revue passeren, maar daar ligt dus nu een zware bom onder. Vandaar die nerveuze stemming, die een voorlopig hoogtepunt krijgt in een extra vergadering van de raadscommissie Algemene Zaken op 3 juni a.s. Allemaal kijken dus zou ik willen aanraden!
In verwachting van de goede afloop van de commissievergadering vertrekken aansluitend op vrijdag 5 juni helaas maar 8 raadsleden en de burgemeester naar de Tsjechische partnerstad Jihlava. De hele raad en alle fractieassistenten mochten mee, maar velen denken daar dus in stilte anders over.
Het groepje raadsleden en burgemeester bezoekt daar de raad om ervaring en kennis uit te wisselen op het gebied van verkiezingen, besturen, burgerparticipatie en afvalscheiding. Hopelijk kan er daar ook iets worden geleerd over het vanuit een faillissement helemaal op nieuw beginnen. In de voormalige Oostblok landen hebben ze daarin veel ervaring. Maar of acht raadsleden en een binnenkort weer vertrekkende burgemeester voldoende zijn om de van de Tsjechen verkregen kennis en ervaring ‘beklijvend’ mee naar huis te nemen waag ik toch te betwijfelen.