Even schrikte het bericht dat uitzendbureaus niet-westerse sollicitanten discrimineren ons in de media op. Snel werd journalistiek met het beschuldigende vingertje gewezen naar de uitzendbranche en in het bijzonder naar hun opdrachtgevers: de werkgevers. Die discrimineren, fout en verwerpelijk, dat was vooral de kritiek die in de media werd aangeduid. De bekende reflex op dit soort berichten dus.
Gerefereerd werd bij deze beschuldiging aan een onderzoek door het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP). Dat onderzoek wees uit dat niet-westerse sollicitanten achter worden gesteld bij westerse sollicitanten. Het SCP stuurde daarvoor twintig acteurs van verschillende etniciteit met exact hetzelfde CV en sollicitatiegesprek op pad naar uitzendbureaus. De uitkomst was zeer interessant. Van de 460 nepsollicitatiegesprekken was dat van de niet-westerse sollicitanten maar 28 procent een baan kreeg aangeboden, tegen 44 procent autochtone sollicitanten. Het bericht dat er met twintig acteurs is gewerkt die exact hetzelfde zouden hebben geacteerd maakte mij alert. Er zijn natuurlijk geen acteurs te vinden die op gelijkluidende wijze een rol vertolken. Laat staan twintig. Er zijn geen twintig Ko van Dijken, Ank van der Moeren, Guus Hermusen, Ellen Vogels of Frits Butzelaars. Al stellen sommigen wel dat Jeroen Krabbé gemakkelijk te vermenigvuldigen is. Maar wie hem in de rol van de Amsterdamse Sinterklaas ziet, weet dat een niet-westerse acteur hem dit niet na zal kunnen doen. Merk ook op dat de heilige Sint Nicolaas van niet-westerse afkomst is en de verwarrende cirkel is helemaal rond, maar dit terzijde.
Als liefhebber van de fenomenologie, een filosofische stroming die de eerste intuïtieve indruk leidend laat zijn, lijkt mij eerder iets anders aan de hand. Namelijk dat westerse acteurs beter de rol van een succesvolle sollicitant kunnen spelen dan een niet-westerse sollicitant.
Snel las ik het SCP-rapport erop na en wat blijkt, ik zit er niet ver naast. In het rapport wordt benadrukt dat de aard van de ’discriminatie’ geen racistische maar een statistische achtergrond heeft. Het wordt dan ook statistische discriminatie genoemd. Statistische discriminatie betekent dat een werkgever op basis van beperkte informatie een keuze moet maken en etniciteit is slechts een beetje van die informatie. Werkgevers zijn ook mensen en die beoordelen een groep door stereotypen te hanteren, bijvoorbeeld Duitsers zijn punctueel en Engelsen zijn dikwijls dronken dus die moet je per gewerkte dag betalen.
De werkgever heeft niets tegen de etniciteit, maar heeft wel het beeld dat gemiddeld genomen een niet-westerse sollicitant ondergemiddeld presteert. Feit is daarbij dat werkgevers niet verantwoordelijk zijn voor dit negatieve groepsbeeld. Als dit groepsbeeld niet wordt verbeterd dan hebben maatregelen gericht op discriminerende werkgevers geen enkel effect. De auteurs van het SCP ‘rapport schrijven op bladzijde 117 van het rapport dan ook: ‘De -helaas al jarenlange- hoge criminaliteitscijfers moeten omlaag, de onderwijsprestaties moeten omhoog en aan de houding en gedrag van met name de jongens uit die (niet westerse) groepen valt ook nog wel het een en ander te verbeteren.’ Ziedaar het stereotype van de niet westerse sollicitant. Niet westerse sollicitanten hebben dus baat bij een verbetering van het groepsbeeld. Dat begint niet bij de werkgever, maar bij de groep. De eerste intuïtieve indruk van een werkgever maakt dus inderdaad het verschil bij het aannemen van personeel. Feitelijk is door dit onderzoek wel bewezen dat westerse en niet westerse acteurs hun rol in die zin voortreffelijk speelden.
Tijdens de laatste raadsvergadering ontwaarde ik ook zo’n fenomenologisch hoogstandje. Het ging over het kwijtscheldingsbeleid van gemeentelijke belastingen. Mensen met weinig inkomen kunnen geheel of gedeeltelijk kwijtgescholden worden voor gemeentelijke belastingen. De regering heeft het onlangs regeltechnisch mogelijk gemaakt dat ook zelfstandigen (ondernemers dus) via het kwijtscheldingsbeleid geholpen mogen worden. Let wel het is geen verplichting maar een facultatieve bevoegdheid, het moet dus niet!
De raad van Purmerend vind echter dat het gelijkheidsbeginsel in dit geval direct dient te worden toegepast. Verantwoordelijk wethouder Berent Daan schreef een notitie aan de raad dat hij best een regeling hiervoor wil proberen te maken maar dat hij het ontwerpen van regels en de handhaving van een efficiënte en effectieve uitvoering hiervan ernstig betwijfeld. Hij vroeg daarom de raad nu niet te besluiten maar eerst een ontwerp regeling af te wachten en aan de hand daarvan te besluiten. Je ziet ook in den lande hoe gemeenten met dit nieuwe fenomeen worstelen. Maar daar had de raad geen boodschap aan. De eerste intuïtieve indruk van de meerderheid van de raad was: de regering schept de mogelijkheden, de wethouder zegt nu geen definitief nee anders moet hij dat maar doen, gelijkheid is een recht, dus wij willen dat. Slechts de Stadspartij gaf PvdA wethouder Berent Daan de ruimte om eerst met een nader voorstel te komen en nu niet op basis van ‘kerstgedachten’ overhaast te beslissen. Ik voorspel, op grond van mijn intuïtieve beoordeling, dat dit onderwerp over enige tijd met verhevigde emotie opnieuw door de raad zal dienen te worden behandeld.
Zoek in het plaatje de dolfijnen