Uit de losse pols opgesomd heb ik vanaf de vijftiger jaren van de vorige eeuw de volgende rampen doorstaan: miljoenen kolendamp uitbrakende kachelpijpen, de dreigende komst van de Roden, radioactieve neerslag als gevolg van bovengrondse kernproeven, knieslijtage door de twist te dansen, enge straling van het televisietoestel, aardstralen, zure regen, gaten in de ozonlaag, Co2 uitstoot, opwarming van de aarde, elektromagnetische vervuiling van de atmosfeer, elektromagnetische straling door gebruik van de mobiele telefoon. En daar is nu fijnstof bijgekomen.
Dat ook het quasi ideologische gepruts van een hele rits politieke stromingen het onderwijs van een opwaartse in een sterk neerwaartse lijn hebben omgebogen is een gegeven. Met als dieptepunt het afschaffen van de Lager Technische School. Maar dit terzijde.
Uit een Europees onderzoek, gecoördineerd door de Universiteit Utrecht, blijkt fijnstof ver onder de Europese norm van 25 microgram per kubieke meter dodelijker dan eerst werd aangenomen. In Purmerend en omgeving ligt de concentratie hier boven, en loopt dit de komende tijd op.
Tot voor kort had niemand van fijnstof gehoord. Maar inmiddels is fijnstof uitgegroeid tot zo’n beetje de grootste vijand die ons bedreigt.
Hoe dat komt? Fijnstof kunnen we sinds kort meten. En dat gebeurt dus ook. En fijnstof zit overal, dus dat kun je overal meten. Wetenschappers meten graag dus hebben ze zich ook massaal op de fijnstof gestort. Schokkende ontdekkingen doen het goed bij de van alle kanten door de media met agressie en emotie bestookte massa. Je ziet door de bomen het bos niet meer. Dus zie je steeds meer mensen hun schouders ophalen als dit soort nieuws over hen wordt uitgestort. Bovendien moeten wetenschappers rekening houden met het nut en dus toegevoegde waarde van het instituut waarbij ze werken. Die pijp moet ook blijven roken.
Dus worden de fijnstofmetingen gecombineerd met zo veel mogelijk gegevens over allerlei vreselijke kwalen, in de hoop een angstwekkende samenhang te vinden. Dat levert geheid publicaties op, media-aandacht en geld voor nieuwe kostbare onderzoekprogramma’s.
Die onderzoeken leveren ondertussen veel interessante informatie op. Zo hebben onderzoeker van de universiteit van Southern California een samenhang ontdekt tussen de concentraties fijnstof en stikstofdioxide in de lucht, en het aantal gevallen van autisme in de lokale kleuterklas.
Ook maakten Amerikaanse gerontologen tijdens een conferentie bekend dat ze een samenhang hadden gezien tussen fijnstof en cognitieve vermogens bij ouderen. Stof maakt dommig, zo lijkt het.
Later meldden Zweedse onderzoekers een samenhang tussen fijnstof veroorzaakt door verkeer, en de capaciteit van de kinderlongetjes in de omgeving.
Nog weer later beschuldigden Franse onderzoekers fijnstof van het veroorzaken van een gebrek aan vitamine D bij pasgeborenen. Onderzoekers in Tel Aviv meldden een samenhang tussen fijnstof en chronische hartkwalen. Ook liet de universiteit van Harvard dat fijnstof in de lucht correleert met een grotere kans op hart- en longklachten, terwijl de Britten tot hun schrik ontdekten dat er een verband leek te zijn tussen fijnstof en een vroege dood. En in New Jersey zagen ze op dat moment een verband tussen luchtvervuiling, de weerstand en tuberculose. Kortgeleden was: ‘fijnstof geeft hartaanvallen’ wereldnieuws.
De ‘strijd’ tegen de fijnstof kost momenteel al kapitalen – en wie weet is een deel daarvan zowaar nuttig besteed. Maar het is nog maar het begin. Op de radio hoor ik net dat de aarde in 2050 onleefbaar wordt, dieren- en plantensoorten zullen dan massaal zijn uitgestorven.
De aarde wordt over ongeveer 1,75 tot 3,25 miljard jaar onbewoonbaar, dat is zeker. Dit blijkt uit nieuw wetenschappelijk onderzoek. Je kunt al een enkel reisje naar Mars boeken om de apocalyps voor te blijven.
En toch wensen we elkaar, gelukkig maar, dezer dagen toch een gezond en voorspoedig nieuwjaar.