Restwarmte
Dit beeld doemt op uit een nieuw rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) ’Toekomstbeeld klimaatneutrale warmtenetten in Nederland’. Een warmtenet is een energieconcept om restwarmte, bijvoorbeeld van een fabriek of verbrandingsoven, of aardwarmte van diep onder de grond, te gebruiken voor de centrale opwarming van water. Een netwerk van goed geïsoleerde ondergrondse leidingen brengt dat water tot in woningen en bedrijven in de buurt, voor verwarming en sanitair warm water. Energie die anders verloren gaat, wordt zo op een duurzame manier hergebruikt.
Financiële risico’s
Met warmtenetten zou Nederland volgens het PBL grote stappen kunnen zetten in de transitie naar een klimaatneutraal energiesysteem. Maar eenvoudig is dat volgens het Planbureau niet. ‘De wil is er wel, maar de financiële risico’s zijn groot en goede coördinatie ontbreekt. De rijksoverheid zou belemmeringen en aarzelingen kunnen wegnemen, maar laat het initiatief over aan gemeenten en provincies,’ menen de opstellers van het rapport.
Zeven keer
Uit scenario’s voor energievoorziening blijkt volgens het PBL dat de warmtenetten op termijn zeven keer zoveel energie zouden kunnen leveren als nu het geval is. Dat zou de afhankelijkheid van gas aanzienlijk kunnen verminderen. Om te zorgen dat warmtenetten daadwerkelijk klimaatneutraal worden, moeten ze uiteindelijk gevoed worden met warmte uit klimaatneutrale bronnen. Met name geothermie (aardwarmte) zou daar een grote rol in kunnen spelen. Ook kan het volgens het rapport technisch mogelijk en economisch aantrekkelijk gemaakt worden om meer industriële restwarmte te gaan gebruiken in warmtenetten. Als de industrie de komende jaren overschakelt op klimaatneutrale energiebronnen, dan wordt hun restwarmte automatisch ook klimaatneutraal.
Weinig vooruitgang
Toch komen klimaatneutrale warmtenetten maar moeizaam van de grond. Sommige gemeenten blokkeren de aanleg van warmtetransportnetten omdat ze niet willen dat die de komende jaren gevoed worden met restwarmte van kolencentrales. Daarmee blokkeren ze ook de aanleg van infrastructuur die op termijn nodig is om klimaatneutrale restwarmte en geothermie te kunnen benutten. Daarbij vinden de gemeenten het investeren in nieuwe warmtenetten riskant, zolang niet duidelijk is of en wanneer de netten volledig benut gaan worden. ‘Door deze gebrekkige coördinatie boeken actieve partijen (gemeenten, warmteleveranciers, investeerders) nog weinig voortgang’, stelt het PBL.
Beste oplossingen
Volgens het Planbureau is het met name aan de Rijksoverheid om de risico’s te beperken. De beste oplossing zou het aanleggen van warmtenetten op kosten van het Rijk zijn, meent het PBL. Daarvoor is echter momenteel geen politiek draagvlak. Daarom breekt het PBL er een lans voor dat de overheid op andere manieren het investeringsrisico verkleint, bijvoorbeeld door harde afspraken te maken over de manier waarop fossiele restwarmte wordt vervangen door klimaatneutrale warmte, door de winning van geothermie te stimuleren, door te regelen dat snel duidelijk wordt welke wijken in de toekomst op een warmtenet worden aangesloten, door risicodragend kapitaal beschikbaar te stellen en door verwarmen met warmtenetten voor de eindgebruikers aantrekkelijker en goedkoper te maken dan verwarmen met aardgas.