De bijdrage van het horecasluitingstijdenbeleid van gemeenten aan het beperken van alcoholgebruik onder jongeren moeten we niet overschatten. Deze voorzichtige conclusie trekt het Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid STAP in haar rapport “Tot in de kleine uurtjes”.
Late sluitingstijden voetbalkantines
Een van de verrassende uitkomsten van het onderzoek is volgens STAP-directeur Wim van Dalen de late sluitingstijden van voetbalkantines. Voor voetbalkantines gelden vroegere sluitingstijden dan voor cafés en discotheken. Een sluitingstijd van middernacht of 1.00 uur is het meest gebruikelijk, maar sluitingstijden van 2.00 of zelfs 3.00 uur komen ook voor, vooral in middelgrote gemeenten. ‘Ik had niet verwacht dat voetbalkantines zoveel ruimte kregen van gemeenten. Ik denk dat gemeenten er zelf ook wel van opkijken. Wat is precies de functie ervan? Is er over nagedacht? De horeca is er niet blij mee. Hun belangen zijn niet terug te vinden.’
Ambtelijk schuldgevoel
Wel kennen veel gemeenten aparte sluitingstijden en schenktijden: de kantine is dan open, maar er mag geen alcohol meer worden geschonken. ‘Dat gaven gemeenten zelf bij ons aan. Misschien compenseert dat het ambtelijke of politieke schuldgevoel. Vraag is natuurlijk hoe die schenktijden dan liggen: vast of variabel? Schenktijden zijn wel belangrijk. Tijdens onze eerdere mystery-bezoeken op plekken waar ze duidelijke schenktijden hanteren bleek dat deze goed worden nageleefd. Dit werkt compenserend op het alcoholgebruik. Ons advies is dan ook wel schenktijden vast te leggen. Dat is effectief.’
Vroeg op stap
Het STAP-onderzoek is gefinancierd door de vorig jaar opgedoekte stichting “Vroeg op stap”. Friese moeders pleitten voor vervroeging van sluitingstijden van horecagelegenheden. Volgens Van Dalen wilden ze hun laatste budget zo effectief mogelijk besteden in de lijn van hun doelstelling. ‘Het feit dat gemeenten nu volgens de Gemeentewet toelatingstijden in de horeca mogen hanteren kwam voort uit hun lobby. Ze hebben meegedacht over de opzet van het onderzoek.’ Zelf wilde STAP vooral exacte sluitingstijden vaststellen. ‘Interessant is het om te zien dat dit behoorlijk uiteenloopt. Er zijn geen identieke patronen. Sluitingstijden worden vooral bepaald door plaatselijke afwegingen.’
Sluitingstijden geen hot issue
Aan het onderzoek deden 159 gemeenten mee, waarvan 24 kleine, 86 middelgrote en 49 grote gemeenten. 86 procent van de gemeenten kent sluitingstijden voor cafés, discotheken en voetbalkantines. In de meeste gemeenten geldt voor zowel cafés als discotheken een sluitingstijd op werkdagen van 1.00 of 2.00 uur en in het weekeinde van 2.00 of 3.00 uur. Een beperkt aantal horecagelegenheden en discotheken mogen tot 4.00 uur open zijn, in sommige grote gemeenten discotheken in het weekeinde zelfs tot 5.00 uur. ‘Sluitingstijden zijn geen hot issue bij gemeenten’, aldus Van Dalen. ‘Er zijn weinig recente evaluaties van het beleid te vinden.’
Gemeenten content met beleid
Opvallend is dat 40 procent van de gemeenten zegt sluitingstijden in te stellen om het alcoholgebruik onder jongeren terug te dringen. Maar volgens Van Dalen moeten we de bijdrage van het horecasluitingstijdenbeleid van gemeenten aan het beperken van alcoholgebruik onder jongeren niet overschatten. ‘Je ziet het niet terugkomen in het beleid. Dat is toch afgestemd op het beperken van overlast en op belangen van ondernemers. Ze lijken redelijk content met hun beleid.’
Afkoeluurtje
Een op de vijf gemeenten heeft toelatingstijden vastgelegd, uiteenlopend van middernacht tot 2.00 uur. Slechts vier gemeenten relateren dat aan leeftijd. Drie gemeenten op 18 jaar en één op 16 jaar. ‘Vooral in sportkantines zouden gemeenten dit meer kunnen beperken. Je kunt ook creatief zijn: om 2.00 uur de bar dicht en om 3.00 uur de tent. Het afkoeluurtje. Daar valt winst te behalen.’ Een op de zeven gemeenten hanteert geen sluitingstijden. Dat zou zorgen voor minder overlast, omdat horecabezoekers gespreid vertrekken. ‘Dat is een veelgehoord argument. Toch wordt dit beleid weinig toegepast. Het verschilt plaatselijk behoorlijk. Bepalend is vaak de locatie van een discotheek en hoe de omgeving erop reageert. In andere gemeenten is overlast juist reden om sluitingstijden in te stellen.’
Van Rijn positief
Van Dalen hoopt dat hij namens VWS vervolgonderzoek mag doen naar bijvoorbeeld kosten en baten van het huidige beleid. ‘Ze waren er blij mee en nemen het mee in de evaluatie van de Drank- en Horecawet.’ Staatssecretaris Van Rijn stuurde het onderzoek deze week naar de Kamer. Hij noemt het feit dat het terugdringen van alcoholgebruik onder jongeren steeds vaker een rol speelt bij gemeentelijke sluitingstijdenbeleid een goede ontwikkeling. Ook het kabinet zet in op geen alcohol onder de 18. Verder vindt hij het goed dat gemeenten bewuste keuzes maken bij het bepalen van sluiting- en toelatingstijden in horeca en sportkantines.