Staatsecretaris Wiebes spreekt over totaal zes miljard euro die via belastingvoordelen zijn ingezet om het Nederlandse wagenpark van leaserijders zuiniger te maken. Als je het interview daarover met hem leest, kan je de indruk krijgen dat al dat geld naar rijders van elektrische auto’s is gegaan. Dat is niet het geval.
In het rapport “Maak elektrisch rijden groot” wordt vastgesteld dat in 2014 maar liefst driekwart van het belastingvoordeel ging naar rijders van benzine- en dieselauto’s. Van de genoemde 6 miljard is naar alle waarschijnlijkheid dus 4,5 miljard gegaan naar (overigens zuiniger) diesel- en benzineauto’s.
Doorbraak elektrisch rijden in Nederland
Helaas zijn nog niet alle elektrische auto’s geschikt voor lange afstanden. De plug-in’s hybrides zijn een oplossing voor de beperkte actieradius van elektrische auto’s. Door de spectaculaire groei van het aantal (plug-in) elektrische auto’s is er in Nederland een groeiend netwerk van openbare laadpalen, plus een netwerk van snelladers, tot stand gekomen. Daarnaast hebben ze gezorgd voor een bloeiende innovatieve industrie. Elektrisch rijden versterkt de Nederlandse economie met groene groei, innovatie en banen. Wereldwijd zijn Nederlandse bedrijven marktleider in laadinfrastructuur, smart grids en dienstverlening.[1] Hierdoor is de weg geplaveid voor de doorbraak van (volledig) elektrische auto’s in Nederland. Onderzoek toont aan dat veel PHEV-automobilisten (91 procent) verwachten dat hun volgende auto wederom elektrisch wordt. E-rijders zijn erg tevreden: meer dan 94 procent raadt vrienden aan om ook elektrisch te gaan rijden.
Belastingvoordeel elektrisch rijden blijft nodig
Het blijven stimuleren van elektrisch rijden is slim, noodzakelijk en haalbaar. Slim, omdat de accu’s van elektrische auto’s bijdragen aan opslagcapaciteit voor duurzaam opgewekte energie, waardoor we verschillen tussen vraag en aanbod kunnen opvangen. Noodzakelijk omdat elektrisch rijden vele malen efficiënter, schoner en stiller is dan rijden op fossiele brandstof. Elektrisch rijden is noodzakelijk om de milieudoelen, bijvoorbeeld vastgelegd in het klimaatakkoord van Parijs, te halen. Haalbaar, want elektrische auto’s worden steeds goedkoper en beter. De verwachting is dat na 2020 de totale kosten vergelijkbaar zijn met een fossiele auto. En door de grotere actieradius (straks meer dan 300 km) zijn ze in de nabije toekomst voor alle consumenten en een groot deel van de vrachtsector geschikt.
Tot nu toe golden de belastingvoordelen alleen voor leaserijders. De grootste groep autorijders zijn echter particulieren, met 7,3 miljoen auto’s in Nederland. De grootste milieuwinst (effecten op luchtkwaliteit en klimaat) is te bereiken door deze groep te stimuleren om over te stappen naar elektrisch rijden. Een stimuleringsregeling voor particulieren is daartoe een zeer goede manier. Op verzoek van de Tweede Kamer ligt hiervoor inmiddels een goed onderbouwd en breed gedragen voorstel van het Formule E-team (“Maak elektrisch rijden groot”). Elektrische auto’s zijn bovendien bij uitstek geschikt voor particulieren. Particulieren rijden kortere afstanden dan zakelijke rijders. En ze hebben direct financieel voordeel als ze die ritten elektrisch rijden, omdat ze hun kilometers zelf betalen.
Tot slot: voor het maatschappelijk draagvlak van elektrisch rijden is het cruciaal dat iedereen kan meedoen, juist consumenten. Een breed draagvlak is nodig om de transitie naar elektrisch rijden te versnellen.
[1]Zo heeft ElaadNL een wereldstandaard gezet voor laadpalen, heeft Tesla zijn Europees hoofdkantoor in Nederland geplaatst, realiseert de Nederlandse start-up Proov oplaadsystemen voor elektrische bussen in Londen Glasgow en plaatsen de Nederlandse bedrijven Allego en The New Motion oplaadpalen in Berlijn.