HomeNieuwsOnderwijsInzet specialisten op peuteropvang loont

Inzet specialisten op peuteropvang loont


Het gedrag van jonge kinderen wordt steeds ingewikkelder, opvoedproblematiek wordt steeds zwaarder, ontwikkelingsachterstanden worden steeds groter: een greep uit de signalen die we al enkele jaren horen vanuit het maatschappelijke veld. Deze signalen worden herkend door zowel kinderopvang, onderwijs en Centrum Jeugd en Gezin (CJG).

We (de gemeente) voeren ook al jaren gesprekken over een doorgaande leerlijn waarbij kinderen niet worden gehinderd door regels en processen en proberen gerichte interventies in te zetten die hierin kunnen helpen, waarbij we vooral de leefomgeving van het kind (gezin en buurt) willen betrekken.

 Met deze woorden begint wethouder Natalie Saaf haar informatieve memo aan de gemeenteraad. En ze gaat in de memo verder.

Voorbeelden hiervan zijn: logopedie op de peuteropvanggroepen, inzet taalondersteuners (voorheen VVE-regisseurs), jeugdverpleegkundigen verbinden aan kinderopvang, peutergym, doorontwikkeling vroegtijdig onderkenningsteam (VTO), organiseren van regionale bijeenkomsten met allerlei partners rondom het jonge kind om met elkaar te sparren en inzet van voorschools maatschappelijk werk.

Toch blijft er een grote uitstroom naar speciaal basisonderwijs en/of een orthopedisch dagcentrum (ODC). Een kind moet gemiddeld 18 maanden wachten voor het kan starten op een ODC en dat is een lange periode voor een kind van nog geen 4 jaar.

Een van de organisaties met een ODC, is de Prinsenstichting. Toen de Prinsenstichting in 2023 aanklopte met de vraag of ze een peuterplus-groep konden starten om kinderen met bijzonder gedrag op te vangen, hebben we (de gemeente) deze vraag gecombineerd met de signalen uit het veld. Uitkomst was: geen aparte groep, maar juist specialistische kennis inzetten op de reguliere peuteropvanggroepen. Helemaal in lijn met de werkwijze zoals afgesproken in het maatschappelijk beleidskader: normaliseren, kinderen kunnen opgroeien in eigen buurt en niet iets nieuws optuigen, maar bestaande versterken.

Van elkaar leren is krachtiger

In het najaar van 2023 is op basis van een pilot een ambulant team van Prinsenstichting gestart (bestaande uit medewerkers van de ODC’s) met inzet op de reguliere peuteropvang. Het idee van de pilot was dat de samenwerking tussen de specialismen zou maken dat peuters in het reguliere konden blijven en dáár de juiste, passende ondersteuning voor hun ontwikkeling konden krijgen en voorkomen dat zij onnodig in zorgtrajecten terechtkomen. De inzet bestaat uit (tijdelijk) meedraaien op de peuteropvang en observeren van het kind in de groep en vervolgens concrete en praktische tips geven. De tips worden in de praktijk voorgedaan, zodat de begeleiding dit kan overnemen. Soms zijn de tips specifiek op het kind, maar kunnen ook overstijgende zijn, zoals een dagprogramma, bieden van structuur en de inzet van ondersteunende communicatie.

Peuteropvanglocaties die peuters hebben met dergelijk ingewikkeld gedrag, kunnen gebruik maken van deze inzet. Voor deze jonge kinderen is het belangrijk dat ze zoveel mogelijk in hun eigen omgeving kunnen opgroeien en dat ze ruimte krijgen om zich te ontwikkelen. Vaak duurt het enkele weken voor een kind gewend raakt op een peuteropvanggroep, dus des te heftiger als het kind weer moet verplaatsen voor een korte tijd. Door het specialisme juist naar het kind te verplaatsen, kan het kind in zijn eigen buurt blijven. Het mes snijdt op deze manier aan twee kanten: niet alleen het kind kan op deze manier spelenderwijs leren van zijn buurtgenootjes, de samenwerking tussen de pedagogisch medewerkers en de specialisten van de Prinsenstichting maakt ook dat ze profiteren van elkaars kennis. De inzet werd al snel als helpend en waardevol ervaren door de peuteropvang.

Regionale aandacht resulteert in regionale samenwerking

De Prinsenstichting en ODC’s zijn regionaal georganiseerd, daarom had de regio kort na de start aandacht voor de pilot. In mei 2024 is voor deze pilot ‘Jonge kind’ een addendum op de raamovereenkomst rond specialistische jeugdhulp door de regio bekrachtigd en kan het ambulante team specialisten in de hele regio Zaanstreek-Waterland worden ingezet. De inzet wordt geregeld geëvalueerd met de Prinsenstichting en de regio. De cijfers van november 2024 vertellen ons dat er 59 aanvragen zijn opgepakt door het ambulante team, waarvan circa 30 uit de gemeente Purmerend.

Van 40 peuters (waarvan 22 uit Purmerend) is de begeleiding door het team inmiddels afgerond, daarvan:

  • stromen 7 peuters (17,5%) uit naar een reguliere basisschool (kan ook speciaal basisonderwijs zijn,)

  • kunnen 11 peuters (27,5%) op de peuteropvang blijven. Deze kinderen hadden zonder deze inzet hoogstwaarschijnlijk thuis gezeten vanwege hun gedrag,

  • stromen 4 (10%) peuters uit naar een ODC,

  • is van 18 kinderen (45%) de uitstroom nog niet duidelijk. Zij stromen door naar een peuterobservatiegroep, veelal van de Prinsenstichting, Levvel of Odion. Veel van deze kinderen waren al aangemeld voor deze voorzieningen.

De Prinsenstichting kan met enige zekerheid concluderen dat de peuters die naar school kunnen doorstromen of op de peuteropvang kunnen blijven, zonder deze inzet op de wachtlijst van een ODC, waren geplaatst.

Positieve bijvangst

Naast deze cijfers, levert de pilot ook veel andere positieve bijvangst op. Hierbij is te denken aan:

  • het voorkomt dat kinderen door hun gedrag thuis komen te zitten en onvoldoende gestimuleerd en geprikkeld worden in hun ontwikkeling,

  • kennisdeling van specialisme op de groepen,

  • ouders accepteren het advies sbo en/of ODC makkelijker doordat de specialist al is betrokken,

  • kinderen komen op de juiste wachtlijst en eventueel kan er gerichtere overbruggingszorg worden ingezet.

Inmiddels komt ook basisonderwijs op de lijn met de vraag voor ondersteuning.

Pilot Jonge Kind wordt verlengd

Regiogemeenten zijn enthousiast geraakt over deze inzet en overtuigd van de noodzaak en daarom wordt de pilot met in ieder geval een jaar verlengd. Het voorkomen van een ODC-plaatsing, bespaart de gemeenschap niet alleen veel geld; het maakt dat kinderen zonder stempel starten aan hun onderwijscarrière. De ontwikkeling van deze kinderen stagneert niet, omdat ze op een wachtlijst staan.

Ouders kunnen hun kind naar een school in de buurt brengen. Kinderen kunnen met hun buurtgenootjes blijven spelen. En ODC-plekken blijven beschikbaar voor kinderen die het écht nodig hebben. Door deze inzet zetten we een belangrijke stap in de ambitie om kleine problemen klein te houden.

Onderwijs artikelen