Ongeveer 66 duizend jongeren hebben geen werk en volgen geen onderwijs. Deze jongeren zijn ook niet in beeld bij gemeenten en UWV voor begeleiding naar werk. Het kabinet wil dat deze onzichtbare jongeren naar school gaan of een baan krijgen. Gemeenten moeten daar samen met de jongeren, scholen, UWV en werkgevers voor zorgen.
Dit schrijft minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vandaag, mede namens minister Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in een brief aan de Tweede Kamer. Asscher: ‘We moeten zorgen dat deze jongeren betrokken blijven bij onze samenleving. En voorkomen dat ze met hun rug naar de maatschappij komen te staan. Dit is een belangrijke opdracht voor gemeenten en de omgeving van deze jongeren.’
De afgelopen twee jaar is de jeugdwerkloosheid sterk gedaald. Toch zitten er nog te veel jongeren zonder werk en een deel daarvan zijn buiten beeld bij de instanties. Over het begeleiden naar werk van die onzichtbare jongeren maakt het kabinet de komende maanden met 35 gemeenten afspraken. Uiteindelijk wil het kabinet dat alle gemeenten hulp gaan bieden aan die jongeren.
Om de onzichtbare jongeren te kunnen helpen, moeten ze eerst in beeld komen. Een mogelijkheid om dat voor elkaar te krijgen, is de bestanden die verschillende onderdelen van gemeenten hebben aan elkaar te koppelen. Het gaat er daarbij om dat gemeenten de gegevens van vroegtijdige schoolverlaters vergelijken met de gegevens die zij hebben over werk en inkomen. De koppeling van gegevens kunnen gemeenten nu doen voor jongeren tot 23 jaar, alleen dat gebeurt nog onvoldoende. Het kabinet wil dat gemeenten dit oppakken. Daarnaast wil het kabinet dat gemeenten dezelfde gegevens aan elkaar koppelen bij de groep onzichtbare jongeren van 23 tot 27 jaar. Daarvoor is het nodig dat gemeenten in de toekomst ook de onzichtbare jongeren tot 27 jaar gaan registreren.