De kritiek die er de laatste week over gemeenten is uitgestort vanwege de overschotten op het Wmo-budget is ‘onterecht’ en ‘te makkelijk’. ‘Het is te prijzen dat gemeenten binnen budget zijn gebleven.’
Voorzichtig begroten
Dat stelt Mariëtte van Leeuwen, bestuurslid VNG en wethouder in Zoetermeer. ‘De spelregels zijn telkens veranderd, ook nog tijdens het eerste jaar van de decentralisatie. De populatie waarvoor gemeenten verantwoordelijk zouden worden en het budget dat wij daarvoor zouden krijgen, waren bovendien pas heel laat duidelijk.’ Van Leeuwen reageert hiermee namens de gemeentekoepel op het onderzoek van Binnenlands Bestuur, waaruit blijkt dat gemeenten – conservatief geschat – vorig jaar 310 miljoen euro hebben overgehouden op hun Wmo-budget. De Tweede Kamer debatteert volgende week donderdag, in een algemeen overleg met verantwoordelijk staatssecretaris Van Rijn, over de gemeentelijke overschotten.
Stabiliteit
Gemeenten hebben goed begroot, vindt Van Leeuwen. ‘In dichte mist ga je niet gasgeven’, stelde hoogleraar Maarten Allers onlangs treffend. In zo’n situatie moet je op de rem staan, voeg ik daar dan aan toe. Gemeenten moeten zorgen voor een sluitende begroting. Gemeenten konden niet anders dan voorzichtig begroten.’ Daarbij tekent ze aan dat gemeenten de komende jaren opnieuw op het Wmo-budget worden gekort en dat zij daarop moeten anticiperen. Oftewel: een overschot nu, kan makkelijk omslaan in een tekort over 2016 of 2017. ‘Gemeenten hebben meerjarig beleid vastgesteld. Voor de stabiliteit naar je burger toe, moet het beleid niet telkens worden aangepast; dan weet de burger ook niet meer waar hij aan toe is.’
Zorgbehoefte
Van Leeuwen vindt het overigens achterhaald om vanuit een budget te redeneren en niet vanuit de zorgbehoefte. Op de vraag of gemeenten vorig jaar wel voldoende naar de zorgbehoefte van hun burgers hebben gekeken – gezien de vele bezwaarschiften en rechtszaken van burgers die geen of veel minder ondersteuning krijgen ? stelt Van Leeuwen dat er ‘niet veel mis is gegaan. Ik snap wel dat het confronterend en beangstigend is als mensen opeens minder hulp krijgen, maar voor zover ik kan overzien is er niemand tussen de wal en het schip gevallen.’ Als aan inwoners zorg wordt onthouden terwijl die echt nodig is, moeten gemeenten daarop wel acteren, vindt Van Leeuwen.
Niet oormerken
Het VNG-bestuurslid vindt overigens dat niet sec naar het Wmo-budget moet worden gekeken, maar breed, integraal. ‘Het gaat er om wat gemeenten doen om de burgers te laten participeren ? de basisgedachte achter de decentralisaties ? en dan moet je dus ook kijken naar wat ze doen binnen het hele sociale domein, zoals bijvoorbeeld sport en cultuur.’ De roep vanuit (een deel) van de Kamer en belangenbehartigers om het geld te oormerken, wijst ze resoluut van de hand. ‘Dat is een heel slecht idee. Als je dat doet, neem je afscheid van de gedachte achter de decentralisatie.’