Bussen die niet op tijd rijden en de controles van vervoersbewijzen zijn de voornaamste aanleidingen voor agressie tegen buschauffeurs. Dat concludeert vakbond FNV Bondgenoten naar aanleiding van een inventarisatie onder buschauffeurs in de periode van 6 tot en met 17 maart, waarvan de resultaten maandag naar buiten zijn gebracht.
De bond kreeg in die periode bijna driehonderd meldingen binnen via de website, e-mail of telefonisch. De chauffeurs hebben te maken met schelden, spugen en fysiek geweld tijdens hun werk. De hulp en opvang die zij krijgen vanuit de werkgever, ervaren ze als ‘gebrekkig’. Zo werken de noodknoppen niet altijd of was de verkeersleiding niet te bereiken ten tijde van een incident. ‘Ook de politie was vaak slecht bereikbaar of reageerde niet snel genoeg’, aldus Bondgenoten.
Realistische dienstregeling
De busbedrijven wordt verweten dat zij de mishandeling van chauffeurs af blijven doen als incidenten en een maatschappelijk probleem. ‘Ze weigeren verantwoordelijkheid te nemen voor de veiligheid van hun werknemers, de chauffeurs’, stelt de vakbond. Volgens de chauffeurs zou het beter gaan op de bussen als de dienstregeling realistischer zou zijn, zodat bussen minder vaak te laat komen. ‘En er moet veel meer toezicht en controle komen op de bussen.’ Eenheid in tarieven en kaartsoorten zou ook schelen. De meeste meldingen kwamen uit de provincie Noord-Brabant (24,6 procent), gevolgd door Noord-Holland en Gelderland.
Ontwikkeling jongeren
Op de vraag welke stappen de Stadspartij gaat nemen tegen agressie en geweld in het openbaar vervoer, reageerde Mario Hegger (Stadspartij, foto) dat het ontsporen van jongeren veel te maken heeft met de ontwikkeling van deze jongeren in deze maatschappij. “De druk op jongeren is groot vanuit de opvoeding,” vindt Hegger. “Er moet geleerd worden en de ouders verwachten veel van hun kinderen. Als de kinderen de kans krijgen om zich goed te ontwikkelen, ligt de wereld aan hun voeten en krijgen zij daar alles voor terug wat hun hartje begeert. We hebben het dan over jongeren die goed gaan en dat is 85% van de jongeren.”
“Er zijn ook kinderen en jongeren die op de een of andere manier niet die kansen krijgen,” vervolgt Hegger. “Dat heeft vooral te maken met het opgroeien en ontwikkelen binnen het gezin, de opvoeding. De vraag die gesteld moet worden is: is ieder ouder bij machte om een goede gestructureerde opvoeding met liefde, aandacht en geborgenheid te kunnen geven? De Stadspartij zegt dan volmondig NEE. Als dat zo is dan moet er beleid komen of verder worden ontwikkeld om deze gezinnen wel of niet verplicht te ondersteunen tot het bieden van een goede opvoeding. Daar moet je niet als gemeente pas inspringen als het te laat is.”
Lees de uitgebreide reactie van Mario Hegger op WebRegio.nl of klik hier.
Bron: rePublic