Op zondagmorgen kijk ik vaak naar Eva Jinek op Zondag. Niet in het minst omdat er vaak politici en andere interessante mensen hun opwachting maken.
Afgelopen zondagochtend zat ik er ook weer klaar voor. De nieuwe staatssecretaris van onderwijs, Sander Dekker, was een van de gasten. Hij deed een opmerkelijke uitspraak in de uitzending. Eerst hemelde hij het onderwijs in Finland en Vlaanderen enorm op. Inderdaad is het onderwijs daar al heel lang op een hoog peil. Tot zover kon ik hem volgen. En ik was het helemaal eens met hem. Maar daarna raakte ik het spoor even geheel bijster.
Binnenkort gaan er vele miljoenen besteed worden aan het onderwijs. Want de staatssecretaris is van mening dat er louter en alleen leraren met een academische opleiding voor de klas moeten staan, zelfs in het basisonderwijs. De reden die hij hier voor geeft is de volgende: Het onderwijs gaat nu goed om met de leerlingen die niet zo goed mee kunnen komen. Maar uit de boven-intelligente leerlingen wordt niet het uiterste gevraagd.
Ik zat meteen op het puntje van mijn stoel. Want eigenlijk geeft hij de huidige leerkrachten met deze uitspraak een ge-wel-dig compliment. Immers, er is niets terecht gekomen van de plannen die destijds ‘Samen naar school’ werden genoemd. De klassen in het basisonderwijs zouden zodanig verkleind worden, dat de leerkracht alle tijd voor de ‘zwakkere’ leerling zou hebben. Dit hield echter in dat er bijna geen kinderen meer verwezen mochten worden naar het speciaal onderwijs. Inderdaad wordt een leerling nog maar zelden verwezen. Maar de klassen kleiner? Nee hoor, dat was een utopie.
Dus dat de staatssecretaris vindt dat het goed gaat met de zwakkere leerlingen komt geheel op het conto van de huidige leerkrachten. Die dit hebben bereikt door heel veel geduld, expertise en doorzettingsvermogen.
Maar de bovengemiddelde leerling wordt het volgende speerpunt. Daar mag dus een heleboel geld aan uitgegeven worden. Dat de huidige leerkrachten ook deze kinderen momenteel begeleiden, daarvoor cursussen volgen en daarvoor hele leerlijnen maken weet onze staatssecretaris blijkbaar niet. Geloof me als ik zeg dat hieraan op de meeste scholen heel hard wordt gewerkt. Of hij vindt het niet goed genoeg. Dat kan natuurlijk ook.
Het staat in schril contrast met alle bezuinigingen die het onderwijs nu ondergaat. Geld voor gedegen muziek- of bewegingsonderwijs is er bijna niet meer. Er moeten harde keuzes gemaakt worden door directies van basisscholen en schoolbesturen. Er komen nieuwe sociaalplannen van werkgevers in het onderwijs op tafel, waarin gedwongen ontslagen niet zullen uitblijven. Er worden kleinere scholen gesloten. Deze scholen hebben het zwaar. Een vakleerkracht gymnastiek hebben ze niet. En ook de methodes zijn vaak verouderd, doordat er simpelweg geen geld is voor vervanging. Ook komt het regelmatig voor dat klassen-assistenten de klas overnemen. Dit alles komt door de bezuinigingen.
Maar volgens de staatsecretaris zal alles goedkomen. En de bovengemiddelde leerling zal boven zichzelf uitstijgen. Simpelweg door miljoenen uit te geven aan leerkrachten met een academische graad. Ik ga het afwachten. Maar ik heb er een hard hoofd in. Leraar ben je vooral ook met je hart en met je ziel. Daarom bereiken ze zoveel met zo weinig.