Tijdens de raadscommissie Samenleving van begin april stelde commissielid Mario Hegger (Stadspartij) de Purmerendse jeugdnetwerkoverlegen (JNO’s) aan de orde. Hegger vroeg hierbij aan de wethouder of er sprake is van groepen jongeren in Purmerend die jeugdbendes aan het worden zijn. De wethouder kon dit niet direct ontkennen.
De pers pikte dit signaal op en publiceerde de afgelopen tijd meerdere artikelen over het onderwerp. Ook interviewde RTV-Purmerend Hegger over dit onderwerp. Hieronder een verslag van dit interview dat gehouden werd in april.
RTV-Purmerend: Klopt het dat u toch niet echt tevreden was over hoe de behandeling van de jeugdnetwerkoverleggen in de commissie gegaan is?
Hegger: Ik was op zich wel tevreden. Wij hebben juist dit punt op de politieke agenda geplaatst, omdat wij juist het politieke debat wilde voeren over de jeugdproblematiek in Purmerend. We hebben dit punt al verschillende keren aangekaart, maar het college van B&W zei steeds dat er niet zo veel aan de hand was. En opeens, bij de ingekomen stukken, zag ik dat de jeugdnetwerkoverleggen werden uitgebreid naar alle wijken. De Stadspartij vroeg zich af hoe dat kon. Er was niets aan de hand en toch komt er in elke wijk een JNO?
RTV-Purmerend: Wat moet ik mij voorstellen bij een jeugdnetwerkoverleg? Wie zitten daar in?
Hegger: Een jeugdnetwerkoverleg (JNO) is een overleg van samenwerkende partners op het gebied van jeugdbeleid en overlast en dergelijke. Daar zit de gemeente bij, maar ook Streetcornerwork, welzijnsorganisatie CLUP en de politie. En de politie is de wijkagent van de wijk.
RTV-Purmerend: Is dat één overleg over de hele stad, of gaat het per buurt?
Hegger: Nu gaan de overleggen per buurt, daar was de Stadspartij groot voorstander van. Hiermee wordt de problematiek ook goed bekeken. Maar met het opstellen van een plan van aanpak moet er ook een goede uitvoering plaatsvinden. Even voordat dit werd besproken, hebben we in de raadscommissie Samenleving een inspreker gehad over een JOP (jongerenontmoetingsplek, red.) in de Purmer-Noord. Daar blijkt dus dat een plan van aanpak niet goed werkt. Dus dat moet veel beter. En daarom heeft de Stadspartij de jeugdgroepen ter discussie willen brengen binnen het overleg. De wethouder jeugdzaken (Berent Daan, red.) moet de problemen aangeven die er zijn. De gemeenteraad kan dan erover spreken om de aanpak ook vorm te laten te geven en om middelen vrij te geven ervoor.
RTV-Purmerend: Tijdens de discussie kwam de term ‘jeugdbendes’ voorbij. Vanuit het college werd er afhoudend op gereageerd. Er waren volgens het college geen jeugdbendes geconstateerd. Ik kreeg het idee dat u andere info had?
Hegger: Dat klopt. Wij hebben het college meerdere keren aangesproken en gevraagd of er criminele groepen in Purmerend zijn, of jeugdbendes, zoals de bloods en de cribs. En dat werd door het college steeds onder het tapijt geveegd. Ze zeiden van: “Er is niet zo veel aan de hand, de politie is er mee bezig, de namen zijn bekend. Het valt allemaal wel mee.” En nu hoor ik ook van het JNO dat er twee groepen jongeren Purmerend zijn, dat er de angst is onder de Purmerenders en dat als we er niet goed op letten, de groepen jongeren afglijden tot bendes. Ik vind het zeer ernstig als in Purmerend een bende gaat vormen, dus ik vroeg aan de wethouder of de informatie van het JNO klopt. als hij JA had gezegd, hadden we erover kunnen debatteren. En vervolgens hadden we kunnen kijken: hoe gaan we er mee om? Hoe kunnen we het juist voorkomen? maar de discussie vindt in de raad helemaal niet plaats.
RTV-Purmerend: Wanneer wordt een groep jongeren een jeugdbende?
Hegger: Als de groep georganiseerd is met een leider, maar vooral dat jongeren laten zien waartoe ze behoren, door middel van kleuren en kleding. Je zag het bij Lonsdale bijvoorbeeld, maar ook bij de bloods en de cribs, die zichzelf met gekleurde zakdoeken kenbaar maken. Dan vorm je een eigen straatbende. En dat is zeer ernstig als dat plaats gaat vinden in deze stad.
RTV-Purmerend: Is het ook zo dat er op buurtniveau van die ontwikkelingen zijn?
Hegger: Dat weet ik niet. Maar ik vind het wel zorgwekkend. En vandaar dat ik er vragen over heb gesteld. En op buurtniveau zouden er best groepen jongeren kunnen zijn. Over het algemeen leveren jongeren die elkaar ontmoeten op straat geen enkel probleem op. We hebben 77 plekken in Purmerend waar jongeren hangen en in het merendeel gaat het hartstikke goed. Op enkele ontmoetingsplekken gaat het niet goed. En dat is bijvoorbeeld in de Purmer-Zuid, bij de Zuidpool. Ook daar hebben we discussies over gehad. Daarna hebben we de Uitvlugt in de Purmer-Noord gehad, en de Koemarkt in het weekend, waar af en toe jongerengroepen met elkaar op de vuist gaan. En dat is toch wel zorgelijk. En daar moeten goede plannen van aanpak voor komen. Maar wij willen het wel graag in de gemeenteraad bespreken, zodat de wethouder kan aangeven wat het probleem is en hoe het aangepakt zal worden.
RTV-Purmerend: Wat zou een goede manier zijn om het probleem aan te pakken?
Hegger: Een goede manier vinden wij als Stadspartij dat je niet elke keer te horen moet krijgen binnen het overleg dat je de politie maar moet bellen. Dat wordt vaak gezegd als er strafbare feiten worden gepleegd. En daar in de politie ook voor, maar tegenwoordig is de gemeente verantwoordelijk voor de aanpak voor de overlast. Dus je moet als gemeente ook de middelen ter beschikking stellen om het aan te pakken. Dat kan bijvoorbeeld met toezichthouders. Toezichthouders kunnen samenwerken met de politie. De gemeente moet jongeren aanspreken, groepen in kaart brengen, enzovoort. Cameratoezicht heb je nu op de Koemarkt. Je kunt bijvoorbeeld ook met mobiele camera’s werken, zodat je de camera’s ook in andere wijken kunt plaatsen waar veel overlast of criminaliteit is. Dit is ook goed voor de aanpak van drughandel. Laatst kwamen vanuit winkelcentrum Gildeplein in de Purmer-Noord toch angstgevoelens van mensen die vinden dat je niet meer veilig op staat bent. Dat soort zaken kun je op een winkelcentrum goed aanpakken. Maar wel door samenwerking.
RTV-Purmerend: Ik zie ook de politie proberen de jongerenproblematiek in de hand te houden. Je ziet ze dan ook vaak in de rondte rijden. Jongeren zijn meteen weg. Dat is natuurlijk één van de problemen van zo’n situatie. Het zijn momentopnamen. Drie minuten later dan heerst er een doodse stilte en iedereen is verdwenen. De meeste wonen vlak in de buurt. Moet de politie of de gemeente dan niet gewoon de ouders benaderen? of is dat te simpel?
Hegger: Het benaderen van ouders kan juist een plan van aanpak zijn. Dat kun je doen vanuit de gemeente. Ouders die hun kinderen niet in de hand houden, kunnen een beroep doen op de gemeente. Die kunnen hulpverlening krijgen, of bijvoorbeeld opvoedondersteuning, of jeugdzorg. Er zijn namelijk verschillende dingen mogelijk. Ze kunnen ook aangesproken worden door de burgemeester of de wethouder, dat er afspraken worden gemaakt dat ze op bepaalde tijdstippen niet meer buiten mogen zijn. Ik vind dat die verantwoordelijkheid meer bij de gemeente moet liggen. Dat was ook laatst bij de behandeling van het wijkontwikkelingsplan. Er was een plek in de wijk waar drugs gedeald werd. De politie bleef maar roepen dat je in dat soort zaken de politie moest bellen, want dan was het dealen over. Maar het dealen was niet over, want het verplaatste toen naar de flats. En dan is het opeens de verantwoordelijkheid van de woningbouwcorporaties. Ik vind juist dat de gemeente daar bewust op moet zijn. Er moet een compleet plan van aanpak komen. Als je kijkt in Landsmeer, daar hebben ze een High Five-model. Dat houdt in dat zowel de politie als toezichthouders van gemeente de jongen in kaart brengen en dat ze vervolgens rapportages van strafbare feiten maken. Dan vindt er een gesprek plaats bij de gemeente en dan moet het afgelopen zijn. Zo niet, dan worden er directere maatregelen genomen.
ZIE OOK: