Een meerderheid van de mensen in ons land vindt dat de regering te weinig doet voor het klimaat, terwijl ze vinden dat dat wel nodig is. Dat blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) naar de mening van Nederlanders over duurzaamheidsvraagstukken, het verduurzamingsbeleid en het overheidsfunctioneren rond de klimaataanpak.
In de gesprekken over de Voorjaarsnota en in de beleidscyclus worden er keuzes gemaakt over de invulling van het klimaatbeleid. Deze keuzes hebben grote gevolgen voor het dagelijks leven van mensen, zoals de beschikbaarheid en betaalbaarheid van energie en onze mogelijkheden tot verduurzaming. Maar ook hoe onze huizen worden gebouwd en verwarmd, en hoe we reizen en consumeren. Met dit onderzoek geeft het SCP inzicht in de sociaal-maatschappelijke aspecten van klimaatbeleid door onder andere in kaart te brengen hoe burgers aankijken tegen beleidskeuzes in de klimaat- en energieaanpak.
Meerderheid steunt klimaatmaatregelen
Een meerderheid van de Nederlanders steunt veel van de bestaande en mogelijke klimaat- en energiemaatregelen. Zo is er brede steun voor subsidie voor woningisolatie en overheidsinvestering in het openbaar vervoer, groene waterstof, verduurzaming van de industrie. Ook enkele beprijzende maatregelen, zoals bijvoorbeeld de vliegtax, worden door een meerderheid van de Nederlanders gesteund. Er is echter weinig steun voor beprijzende maatregelen die basisbehoeften raken, zoals voeding.
Roep om daadkracht, consistente beleidskoers en perspectief
Veel Nederlanders zijn op dit moment niet tevreden over wat de regering bereikt met het klimaatbeleid en vinden dat er meer daadkracht nodig is. Zij missen een lange termijn visie met een consistente koers en perspectief voor burgers. Veel mensen storen zich aan de wisselingen in beleid. Respondenten noemen daarbij als voorbeeld de afschaffing van de salderingsregeling en (onzekerheid over) kosten door het zwaarder belasten van elektrische auto’s. In hun antwoorden klinkt door dat mensen door dit soort veranderingen niet goed weten waar ze goed aan doen.
Karen van Oudenhoven, directeur van het SCP: “Als mensen het gevoel hebben dat een investering in verduurzaming door koerswisselingen in het beleid opeens nadelig kan uitpakken, heeft dat gevolgen voor hun motivatie om te verduurzamen en hun vertrouwen in de overheid. Dat kan een belemmering vormen voor de verandering die nodig is voor het halen van klimaatdoelen en de realisatie van een toekomstbestendig energiesysteem dat onafhankelijk is van import van fossiele brandstoffen.”
Het SCP benadrukt daarom dat het belangrijk is om burgers en bedrijven een duidelijk perspectief te geven en betrouwbaar en consistent te zijn in beleid. Deze aanbeveling sluit aan bij het advies van de Raad van State naar aanleiding van het Klimaatplan 2025-2035, waarin de Raad aangeeft dat het kabinet snel knopen door moet hakken en duidelijke richtinggevende keuzes moet maken over het klimaatbeleid voor de komende tijd.
Zorgen over bestaanszekerheid en rechtvaardigheid
Een meerderheid in ons land vindt het belangrijk dat Nederland een bijdrage levert aan klimaataanpak en inzet op een duurzame energievoorziening. Tegelijkertijd zijn de meeste mensen ook bezorgd voor de kosten van hun levensonderhoud als gevolg van klimaatbeleid. Zij ervaren de verdeling van de lasten van klimaataanpak tussen bedrijven en burgers en tussen arme en rijke burgers als oneerlijk. Deze bezorgdheid over gevolgen voor de financiële situatie van burgers in combinatie met de – zeer breed gedeelde – ervaren onrechtvaardigheid kan steun voor beleid in de weg staan. Voor een rechtvaardiger klimaataanpak vinden burgers dat ‘de vervuiler moet betalen’, ‘sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen’ en dat mensen in minder sterke financiële positie moeten worden beschermd.
Aandacht voor risico’s klimaatverandering
Naast aandacht voor klimaataanpak is ook een goede voorbereiding van Nederland op de gevolgen ervan nodig. Ook bij de keuzes die op dat gebied worden gemaakt zijn sociaal-maatschappelijke afwegingen belangrijk. Uit het SCP-onderzoek blijkt dat een ruime meerderheid van de Nederlanders bezorgd is dat er vaker extreem weer (hitte, droogte, overlast door extreme neerslag) en overstromingen zullen voorkomen. Veel mensen steunen dan ook beleid om de risico’s en impact daarvan te verkleinen, zoals overheidsinvesteringen in waterveiligheid en stedelijke vergroening. Bij overstromingsrisico’s kijken mensen vooral naar de overheid: zowel om hen daartegen te beschermen, als voor eventuele schadecompensatie. Ook vindt een meerderheid dat de overheid ervoor moet zorgen dat er niet meer gebouwd wordt in gebieden met een hoog overstromingsrisico.
Ten slotte laat het onderzoek zien dat er grote verschillen zijn tussen groepen mensen in risicoperceptie en -paraatheid. Dat kan zorgen voor verschillen in kwetsbaarheid voor de gevolgen van klimaatverandering. Zo zoeken hbo-/wo-opgeleiden vaker informatie op over overstromingsrisico’s in hun woonomgeving en houden zij daar vaker rekening mee bij de keuze voor een woning. Daarnaast heeft slechts een klein deel van de mensen een noodpakket in huis als voorbereiding op een mogelijke overstroming.
Karen van Oudenhoven: “Er is een risico dat ongelijkheid toeneemt als mensen die minder goed geïnformeerd zijn geen beschermende maatregelen nemen of als mensen met een minder sterke financiële positie op plekken gaan of blijven wonen die meer risicovol zijn.”