Het restaurant in theater De Purmaryn is verpacht. In vergelijking met andere theaters is het rendement laag. De servicekwaliteit moet in overeenstemming zijn met de servicekwaliteit van de rest van het theater. Dat is nu dus niet zo. Zo stelt het college van B&W in Purmerend. Door de verpachting en de contractvoorwaarden kan de gemeente, als eigenaar van het theater, geen directe invloed uitoefenen om dit te verbeteren. Om hierin verandering te brengen wil de gemeente de uitbater van het restaurant uitkopen. De uitkoopprijs is na enige onderhandeling vastgesteld op 160.000 euro.
Ik laat me er niet over uit of dit een koopje is voor de gemeente, al heb ik er vakmatig uiteraard wel een mening over. Het zou het verdere verloop van de afwikkeling van deze zaak kunnen beïnvloeden. Als in de volgende raadsvergadering de raad voor het uitkopen stemt, is het uitbaten van het restaurant in het vervolg een taak van de gemeente. En dat zou geen gekke zaak zijn, dat waag ik wel te vermelden. Het welkomstgevoel dat het publiek er door zal ervaren zal er zeker nieuwe impulsen door krijgen. Een succesvol voorbeeld van het door de overheid terugwinnen van een geprivatiseerde onderneming ontpopt zich.
Uiteraard werd de gemeenteraad in één of meerdere geheime bijeenkomsten geïnformeerd over alle ins en outs van deze zaak. Niets lekte er uit, tot afgelopen woensdag. Toen liet het raadslid van de ouderenpartij AOV, de heer Shriemisier, in het openbaar uit zijn mond glippen dat de oorspronkelijk vraagprijs voor uitkoop een half miljoen euro was. De gemeente heeft dus goed onderhandeld, ook dat wil ik nog wel kwijt. Het was zo opmerkelijk dat er in het openbaar werd gelekt, dat ik niet aan de verleiding kon weerstaan er in dit stukje bij stil te staan.
Grappig is het te zien hoe mensen er altijd omheen draaien als het om het (ver)krijgen van geld gaat. Net als Japanners moeilijk nee kunnen zeggen zijn Nederlanders in het openbaar altijd erg omslachtig als het om het feit gaat dat ze meer geld willen hebben. De Nederlander is dol op geld en hij veinzt dat het daar niet om gaat. Maar als je terugkijkt in onze historie dan zie je dat de liefde voor geld tot fantastische ontwikkelingen heeft geleid. Ongeveer tweederde of meer van de bevolking ging er tijdens de Gouden Eeuw in levensstanddaard op achteruit. Ondertussen vergaarde een kleine groep enorme rijkdommen waar we ons nu in verschillende musea aan kunnen vergapen. Arbeid werd vaak door middel van dwang ingezet. De geweldige serie over de Gouden Eeuw op de tv en de te bezichtigen tentoonstelling in het Amsterdam Museum bewijst dit nog maar eens.
Het christendom heeft altijd in theorie een gespannen verhouding gehad met het verzamelen van geld. Zo bestaat ook het oude gezegde van dominee en koopman-kapitalist respectievelijk: ik hou ze dom en ik hou ze arm. Maar ook bid en werk en zuinigheid met vlijt bouwt huizen als kastelen. Het Calvinisme leverde menigeen theoretisch kader. Doordat de vroomheid van de gelovige doorsnee mens op de arbeid werd gericht, kwam de nadruk te liggen op nuttigheid, en werd geld verdienen door hard en eerlijk te werken steeds meer gelijkgesteld aan het goede. Toen het religieuze aspect steeds verder begon weg te vallen leverde dat de voedingsbodem op voor wat we nu de kapitalistische geest noemen. Eerlijk gezegd zijn de geleerden het er niet over eens dat dit de grondreden is. Veeleer wordt gedacht dat het Calvinisme werd gebruikt als geestelijk voertuig om de massa voor het karretje van de slimme veelverdiener te kunnen spannen. Maar dit allemaal ter zijde.
Op dit moment plundert een veelheid aan politieke religies, aangevoerd door liberale en socialistische voorlieden, in het bijzonder de ouderen. Juist de spaarzame ouderen worden daarbij thans gekozen tot speerpunt.
Dat juist de veelal in de Calvinistische traditie opgevoede ouderen er financieel onbekommerd bijzitten is een normale kwestie. Want deze ouderen waren in hun leven spaarzaam en hebben gespaard. Wie wat bewaart heeft wat. Op een slinkse manier wordt juist die oudere als ware hij net zo’n graaier als vele malafide bestuurders, bankdirecteuren, vastgoedfraudeur enz. gepositioneerd. Dit om te rechtvaardigen dat deze ouderen hun zuur gespaarde oude dag reserve uit de zak kan worden gehaald. Daar komt straks nog het volgende overheen.
De niet-spaarzame ouderen konden tot voor kort rekenen op een veelheid aan sociale vangnetten die betaald werden uit allerlei collectieve spaarpotten. Maar ook die worden met de roep op eigen zelfredzaamheid afgeroomd. De kinderen en zelfs kleinkinderen zullen dit snel gaan merken want wie geen geld heeft kan hulp die vroeger uit collectieve middelen kwam wel vergeten. Hulpbehoevende ouderen, zieken en gehandicapten moeten hun zorg in de nabije toekomst zelf gaan organiseren. Alleen voor hulp die door familie, vrienden en zelfs buren niet meer kan worden verleend kan, na strenge selectie, nog enig geld van de overheid voor de dag komen om iets aan professionele hulp te kunnen bekostigen. Spaarzame ouderen hebben misschien nog wat centen over of gespaard om het indringende zorgberoep op hun familie en omgeving lang genoeg te kunnen afkopen. Wie wat bewaart heeft wat, hoe paradoxale dit ook ten tweede male moge klinken. Door onze democratische stem hebben we onze politieke zorg verpacht aan partijen die de verzorgingsstaat met sluipmoord bedreigen (FNV-voorzitter Ton Heerts). De keerzijde is hopelijk dat de groeiende bewustwording over deze maatschappelijk gecreëerde crisis, groot genoeg is om als afkoopsom voor de huidige politieke uitbaters te kunnen dienen. De servicekwaliteit van de samenleving staat ernstig onder druk en is de politieke inzet van onze toekomst. Er kan een nieuwe religie uit groeien of de herstart van een oude. Wie zal het zeggen?