HomeNieuwsColumnNil Volentibus Arduum

Nil Volentibus Arduum

Gelukkig heb ik mijn vaste adresje in Amsterdam waar ik op ‘de winkel’ let van een goede kennis. Die is met vakantie maar de zaak draait door en om te voorkomen dat dan intern een strijd om de macht uitbreekt of dat er kansen ontstaan om laden met obscure ‘cliffhangers’ te legen ben ik als externe interim procuratiehouder ingehuurd.

Dagelijks loop ik door het voor de zoveelste keer verbouwde Centraal Station naar de plaats der werkzaamheden. Met verbazing kijk ik naar alle poortjes die in het loopgebied van het station zijn geplaatst. Die staan nu nog open maar de bedoeling is dat ze straks dichtgaan in de strijd tegen zwartrijden en agressoren. Dat noemen wij in vakkringen een maatregel in de categorie van Window Dressing. Het bewijst maar weer eens dat het sprookje van de nieuwe kleren van de keizer zich op allerlei terreinen herhaalt.

Spinoza kring

Ergens onderweg (Nieuwezijds Voorburgwal 31) lees ik de op een portaal geschilderde spreuk: Nil Volentibus Arduum (Latijn: niets is moeilijk voor hen die willen). Dit blijkt na enig nazoekwerk het motto van een gezelschap van intellectuelen, opgericht in Amsterdam in 1669, naar het voorbeeld van de Académie Française. De leden kwamen wekelijks bijeen om te spreken over thema’s als logica, ethiek, toneel en dichtkunst. Het gezelschap speelde tien jaar lang een belangrijke rol in de toneelwereld. Nil Volentibus Arduum was van mening dat in verband met de welvoeglijkheid de godsdienst op het toneel zo veel mogelijk vermeden moest worden.Ook staatkundige zaken waren taboe. Leden van het kunstgenootschap hadden onmiskenbaar verwantschap met de gedachten van Spinoza en behoorden tot de Spinoza Kring.
En vanuit dat gedachtengoed van Spinoza voltrok zich een ander drama waarvan ik tot het schrijven van dit stukje nog nooit had gehoord.

Het geloof hangt in die tijd nog sterk samen met het geloof in wonderen. Spinoza had binnenskamers en in manuscripten als eerste in Europa betoogd dat er nooit wonderen hadden plaatsgevonden en dat die er nooit zouden komen. Hij ziet de godsdienstinstituten als een systeem van georganiseerde misleiding, geworteld in lichtgelovigheid en bijgeloof. Spinoza is zich er terdege bewust van dat zijn ideeën zo controversieel zijn, dat de publicatie ervan uiterst vervelende gevolgen kan hebben. Hij is voorzichtig en geduldig. Heel anders ligt dat bij zijn goede vriend, de arts, jurist en filosoof, Adriaan Koerbagh. Hij en zijn jongere broer, de theoloog Johannes Koerbagh, maakten deel uit van de Spinozakring in Amsterdam.
In 1668 krijgt de kerkenraad het onder pseudoniem uitgegeven boek Een Bloemhof onder ogen en men leest hierin veel ‘godslasterlijke teksten’. Er is informatie ingewonnen en de Koerbaghs worden als de schrijvers aangemerkt. De meest aanstootgevende passages worden voorgelezen aan de burgemeesters van Amsterdam, die het boek onmiddellijk verbieden en alle exemplaren in beslag laten nemen. In Een Bloemhof beschuldigen de Koerbaghs alle kerkelijke, juridische, medische en academische elites er dan ook van dat ze het volk dom willen houden met als enige doel zelf de macht te behouden.

Opgepakt

Ondanks de netelige situatie waarin de broers terecht zijn gekomen besluit de overmoedige Adriaan nu ook nog het boek Een Ligt te publiceren. Het is een felle aanval op de hele christelijke godsdienst en op het geloof in wonderen. Johannes wordt gearresteerd. Adriaan is inmiddels gevlucht en ondergedoken in Leiden. Hij wordt verraden, vervolgens gevangen genomen en uitgeleverd aan Amsterdam. Adriaan bekent tijdens de verhoren dat hij alleen de schrijver is van Een Bloemhof en Een Ligt en hij geeft toe Franciscus van den Enden en Spinoza te kennen. Johannes wordt bij gebrek aan bewijs vrijgelaten.

Op 27 juli 1668 eiste Cornelis Witsen, de schout van Amsterdam, dat Adriaan Koerbagh zou worden veroordeeld tot het in het openbaar afhakken van zijn rechterduim, het doorsteken van zijn tong met een gloeiende priem, dertig jaar gevangenisstraf en het verbranden van al zijn boeken. Uiteindelijk wordt Adriaan veroordeeld tot 10 jaar rasphuis,10 jaar verbanning uit Holland en betaling van 6000 gulden boete, zijn boeken worden zoveel mogelijk verbrand. De rijke, hoog ontwikkelde en fijngevoelige Adriaan Koerbagh is na enkele maanden dwangarbeid tussen de ergste criminelen, een gebroken man. Hij verzwakt snel en sterft in 1669 in het rasphuis. Johannes schrijft niets meer en overlijdt drie jaar na Adriaan.
Bij zijn begrafenis gebeurde er iets belachelijks, schreef een studiegenoot later aan een vriend. Toevallig was daar een zwarte kip die, vluchtende voor de menigte van toegelopen nieuwsgierigen, geen veilig plekje voor zich vond, zodat zij op het hoofdeinde van de kist ging zitten, vanwaar men haar slechts met moeite kon verjagen. Zo ontstond bij een licht- en bijgelovig volk de mening dat de duivel in de gedaante van een zwarte kip het hoofd van die ongelukkige in bezit had genomen en zijn ziel had meegevoerd.

Buitenmuseum

Enkele vrienden hadden hem gewaarschuwd en al uitgemaakt voor dwaas en goddeloos en gewezen op de vele onverdraagzamen in de Amsterdamse samenleving. Maar hij gaf toe dat hij niet zo onverschrokken zou zijn geweest als in Nederland de Inquisitie nog had gefunctioneerd. Adriaan stelde zich op het standpunt dat de Nederlandse politici de verstandigste ter wereld waren en zij de geestelijkheid alle wereldse en politieke macht hadden ontnomen!Dat bleek een illusie. Iedereen liet hem vallen toen hij in het Rasphuis terechtkwam. Historici wijten dat aan het feit dat het politieke klimaat in Nederland veranderd was; juist in 1668 verschoof de machtsbalans in Amsterdam van staatsgezinde naar Oranjegezinde regenten. In de recente speelfilm over Michiel de Ruijter is dat goed in beeld gebracht, maar dit terzijde. Geloof en staatsmacht gaan door de eeuwen heen tot op de dag van vandaag nu eenmaal hand in hand.
Ook ‘Heldhaftig, Vastberaden en Barmhartig’ bestond toen nog niet in Amsterdam.

Oude Nieuwstraat 6 daar woonde Adriaan Koebergh. Vanuit dat huis in dat achterafstraatje waar tegenwoordig voornamelijk ‘het oudste beroep ter wereld’ wordt uitgeoefend, werd Koerbagh ten grave gedragen naar de Nieuwe Kerk. Het pand bestaat nog dat wordt dus een volgende wandeling in het Amsterdamse buitenmuseum.

Column artikelen