Van de houtkorrels die in Nederland op grote schaal worden gebruikt voor bij- en meestook in kolencentrales, is lang niet altijd duidelijk waar ze vandaan komen en hoe duurzaam ze zijn. Dat blijkt uit een nieuwe studie van Natuur & Milieu. Hoewel Nederland zeer uitvoerige eisen voor de productie van biogrondstoffen voor bij- en meestook heeft, leidt dit niet tot zekerheid rondom daadwerkelijk duurzame houtkap en klimaatwinst, concludeert de milieuorganisatie. Natuur & Milieu stelt daarom, net als vele andere belangenorganisaties, vraagtekens bij de doelmatigheid van de 3,6 miljard aan duurzaamheidsubsidie (SDE-beschikkingen) die kolencentrales in Nederland ontvangen voor de bij- en meestook van biogrondstoffen.
De Nederlandse vraag naar pellets (biogrondstoffen in de vorm van geperste houtkorrels), die voor een groot gedeelte worden gebruikt voor bij- en meestook in kolencentrales, is de afgelopen paar jaar sterk gestegen. Pellets leverden in 2019 ongeveer 10,5 procent van de energie van alle mogelijke vormen van biogrondstoffen in Nederland. De vraag zal naar verwachting blijven stijgen tot de in het Energieakkoord maximale afgesproken 25 PJ energieproductie per jaar is bereikt. Hiervoor is tot 2029 jaarlijks 3,5 miljoen ton geïmporteerde houtpellets nodig. De subsidies zijn hiervoor reeds toegezegd.
Pellets volledig geïmporteerd, waarvandaan blijft onduidelijk Nederland importeert de pellets voornamelijk uit Europa, het meest uit de Baltische Staten. Het blijkt via de Nederlandse energiebedrijven niet te achterhalen waar de Nederlandse pellets exact vandaan komen. Natuur & Milieu verzocht in haar onderzoek bij de energiebedrijven om meer openheid over de herkomst van de geïmporteerde pellets. Hierbij werd doorverwezen naar rapporten van CE Delft en Platform Bio-Economie, die hierover ook weinig concrete inzichten geven. De energiebedrijven beroepen zich bij verdere verzoeken op het mededingingsrecht en het niet willen of kunnen delen van concurrentiegevoelige informatie.
Zorg voor meer transparantie In Nederland gebruikte pellets worden gemaakt uit hout uit bosbeheergebieden (40%) en resthout (60%). Voor de eerste categorie gelden de strengste eisen. Hier wordt volgens monitoring grotendeels aan voldaan, hoewel er in de rapportages weinig zicht is op duurzaam bosbeheer in landen van waaruit de pellets worden geïmporteerd. Er is nog meer onduidelijkheid over wat resthout is en waar het exact vandaan komt.
Natuur & Milieu roept op om hier meer inzichten in te bieden. ‘Pellets zijn op papier klimaatneutraal en worden ingezet om de inzet van kolen te reduceren. De praktijk blijkt echter veel onduidelijker en niet goed te controleren. Werken de duurzaamheidscriteria voor biodiversiteitsbehoud? Wordt er meer gekapt door grote vraag naar gesubsidieerde pellets? Voor goede borging van de duurzaamheid moeten ook worden toegezien op de effectiviteit en naleving van de criteria. Alleen door meer helderheid hierover kan er een gedegen debat gevoerd worden over het nut, de noodzaak en gevolgen van de meestook van biogrondstoffen’, aldus Rob van Tilburg, directeur Programma’s van Natuur & Milieu.
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze site zo soepel mogelijk draait. Als je doorgaat met het gebruiken van deze site, gaan we er vanuit dat je ermee instemt.Ok