HomeNieuwsEconomieOverleg gaande over toestaan kleine windmolens in Beemster

Overleg gaande over toestaan kleine windmolens in Beemster

Adviesrapport Tauw voor gemeente Wormerland noemt Beemster maar is niet van toepassing. Provincie en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in overleg met Purmerend

Foto Stadspartij-BPP


Nico de Lange raadslid voor Stadspartij-BPP las maandag 23 september in het Noordhollands Dagblad:

“Waar mogen kleine windmolens en waar niet?”.

Er wordt gesproken over een onderzoek door adviesbureau Tauw welke rapportage voor onze buurgemeente Wormerland is opgesteld.

Het betreft het plaatsen van kleine windmolens tot een ashoogte van 15 meter in alle Waterlandse gemeenten. Plaatsing van deze voorzieningen op agrarische percelen zouden volgens Tauw geen taboe meer zijn.

Echter er is een raar citaat in het rapport Tauw: “Al blijven er uitzonderingen. In werelderfgoed de Beemster mogen geen {kleine) windturbines gebouwd worden” einde citaat.
Dit merkwaardig bericht stelde Nico de Lange als vraag ter verduidelijking aan ons college.

Uit de beantwoording blijkt dat de gemeente Purmerend niet heeft deelgenomen aan het Tauw onderzoek, aangezien er voor de Beemster een separaat traject loopt met de provincie en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed voor een energievisie met een afwegingskader.

De gemeente is wel ambtelijk- en bestuurlijk geïnformeerd over de voortgang van het Tauw rapport.
Het college van Purmerend leest de conclusie van het Tauw rapport om in Beemster niet over te gaan tot plaatsing van (kleine) windmolens tot 15 meter as hoogte niet zozeer als conclusie maar vooral als constatering dat het betreffende beleidskader juist niet op de Beemster van toepassing is. Daar is een speciaal traject voor.

Het rapport zegt daarmee volgens het college nog niets over de mogelijke uitkomst van het separate Beemster traject.

In het huidige coalitieakkoord staat: ‘We staan positief tegenover duurzame energieopwekking met kleine windmolens met een ashoogte van ca. 15m op het achtererf van een agrarisch bedrijf en kijken wat hierin mogelijk is in relatie tot het werelderfgoed.’

Economie artikelen