De provincie Noord-Holland verlengt de subsidiemogelijkheid voor agrarisch natuurbeheer in het Natuurnetwerk Nederland tot eind 2022.
Dit is een gevolg van de verlenging van de ‘pilot NNN’ die in delen van Laag Holland loopt. De maatregel valt samen met een aantal administratieve aanpassingen van de subsidiecontracten en de start van nieuw Europees landbouwbeleid begin 2023.
Het agrarisch natuurbeheer in het Natuurnetwerk Nederland (NNN) staat ter discussie. Provinciale Staten hebben eerder besloten de subsidie na 2021 stop te zetten. De huidige werkwijze van deze agrariërs biedt in de praktijk onvoldoende zekerheid op duurzame natuur. Land- en tuinbouworganisaties, natuurorganisaties en provincie kijken nu in 3 gebieden (Wormer- en Jisperveld, Eilandspolder-West en de Mijzenpolder) naar alternatieve manieren om het natuurnetwerk te realiseren. Dit gebeurt in de vorm van een pilot die eind 2020 zou worden afgerond.
Verlenging
Onlangs hebben de organiserende partijen besloten de pilot te verlengen. Er is vertraging door een late opstart, coronamaatregelen en de noodzaak voor extra onderzoeken. De pilot heeft een jaar langer nodig om tot resultaat te komen. Dat vraagt ook een extra jaar financiering. Gedeputeerde Staten hebben nu besloten dat geld daarvoor beschikbaar te stellen.
Gedeputeerde Esther Rommel: “Als provincie willen we toe naar een duurzaam agrarisch natuurbeheer. We houden daarvoor een pilot samen met natuurorganisaties en agrarische ondernemers. Die pilot moet een eerlijke kans hebben en boeren moeten de tijd hebben om op veranderingen in te spelen. De verlenging van de pilot met een jaar is daarom gerechtvaardigd”.
Europees Landbouwbeleid
De verlenging loopt in lijn met de verwachte start van het nieuwe Europese landbouwbeleid in januari 2023. In de nieuwe periode gelden mogelijk andere voorwaarden voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer.
Aanpassing contracten
De subsidies voor agrarisch natuurbeheer komen deels vanuit de provincie en deels vanuit Europa en lopen steeds voor 6 jaar. De provincie keert de subsidies uit via agrarische collectieven. Zij zijn de spil tussen provincies en de individuele agrariërs en zorgen voor kwaliteit en kennis in de gebieden. Om flexibel te kunnen zijn, kennen de provincies de mogelijkheid voor aanvullingen op de contracten. Bij een Europese audit in 2018 is gebleken dat de Europese Commissie moeite had met deze werkwijze, vooral gezien de omvang van de wijzigingen. Om problemen te voorkomen, is met Rijk, provincie en collectieven besloten de huidige contracten te vervangen. Formeel lopen deze nieuwe contracten ook weer voor 6 jaar, maar ook deze zullen onder het nieuwe Europese landbouwbeleid van 2023 vallen.
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze site zo soepel mogelijk draait. Als je doorgaat met het gebruiken van deze site, gaan we er vanuit dat je ermee instemt.Ok