Purmerends Museum wil beter onderkomen

Het huidige onderkomen van het Purmerends Museum aan de Kaasmarkt is te klein om op een verantwoorde manier de collectie kunst te presenteren, vindt het museumbestuur. Het college van B&W stelt evenwel voor om niet verder te gaan dan de subsidie aan het museum te verhogen met 150.000 euro voor de versterking van de activiteiten. Het voordeel van de ligging ten opzichte van Amsterdam leidt het college ertoe om geen grote investeringen te doen in de bouw van een museaal cluster. Reden voor Jac Vinke, Louise Sijbranda en Maria Koolen, allen lid van het museumbestuur, de politieke partijen aan te spreken op haar verantwoordelijkheid om wel tot een grotere en betere huisvesting te besluiten.

Het Purmerends museum heeft de grootste openbare collectie Purmerends Jugendstil Aardewerk (1895-1907), heeft een presentatie over graficus Jac. Jongert en de architecten J.J.P. Oud en Mart Stam. Het museum geeft de geschiedenis weer van ‘de marktstad’ tussen de polders Beemster, Wormer en Purmer. Het museum barst uit haar voegen in het huidige onderkomen. Er is amper plek om de wereldberoemde collectie in haar volle glorie te tonen aan de bezoekers en de medewerkers hebben bijna geen ruimte om goed te kunnen werken. Hoewel de huidige locatie van het museum uniek te noemen is, is deze ruimte absoluut ongeschikt als expositieruimte. Een goede klimaatcontrole, essentieel om de collectie in goede staat te houden, is eveneens onmogelijk. Het is een mooi pand, maar ongeschikt als museum aldus Jac Vinke.

Graag ziet het museum nieuwe huisvesting, bijvoorbeeld aan of vlakbij de vernieuwde Koemarkt en het liefst in combinatie met Creativiteitscentrum Wherelant . Jac Vinke: ‘ik zou graag willen dat de politiek het college vraagt om daar een onderzoek naar te doen, wij zien namelijk wel mogelijkheden’. De Stadspartij zal een dergelijk onderzoeksvraag steunen. Los daarvan ziet de Stadspartij de 150.000 euro die het museum structureel krijgt wel als een steun in de rug van het museum om de unieke collectie en de Purmerendse en Waderlandse historie beter te kunnen presenteren. Een groeiende waardering en een toenemend museumbezoek zal, als het nu niet lukt om de locatie te verruilen voor een beter onderkomen, in de toekomst zeker meer kansen bieden.