De Algemene Rekenkamer waarschuwt op voorhand voor de verdeling van het macrobudget voor de decentralisaties jeugdzorg, arbeidsparticipatie en maatschappelijke ondersteuning.
Wegingsfactoren
De decentralisatiegelden ? zover nu bekend zo’n 16 miljard euro ? worden drie jaar lang in een sociaal deelfonds gestort. De middelen worden geoormerkt. ‘Het enige dat we nu weten, is dat geld dat niet wordt uitgegeven terug moet naar het rijk. Het verdeelmodel moet nog worden gemaakt en daar zitten wegingsfactoren in. Het domein waarover je praat, is echter moeilijk te objectiveren’, stelt Arno Visser, lid van de Algemene Rekenkamer in een interview met Binnenlands Bestuur.
Lastig objectiveren
En juist daar zit het addertje onder het gras. ‘Tot dusver hebben we een verdeelmodel dat gaat over ? heel flauw gezegd ? lantaarnpalen, kilometers asfalt, oppervlakte et cetera. Dat is hartstikke ingewikkeld, maar redelijk te objectiveren. Nu hebben we het over een andere wereld.’ Wat doe je bijvoorbeeld met vergrijzende gemeenten; krijgen die meer geld? En wat te doen met gemeenten die succesvol inzetten op preventie? Kunnen die een bonus tegemoet zien?
Principieel probleem
‘Het principe van een verdeelmodel dat in problemen denkt, is eigenlijk een vreemde in een sector waar we praten over de preventie en beheersing van uitgaven’, vindt Visser. ‘Dat is geen technisch probleem dat technisch kan worden opgelost, het is een principieel probleem.’ De discussie wordt tot nu toe niet gevoerd. ‘We proberen haar aan te wakkeren.