Staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ziet af van de invoering van de kostendelersnorm in de Algemene Ouderdomswet (AOW) per 1 juli 2016. Onderzoek dat was bedoeld inzicht te geven in de mogelijke effecten van de kostendelersnorm op het voornemen van mensen om mantelzorg te verlenen, levert onvoldoende duidelijkheid op.
Kort gezegd betekent de kostendelersnorm dat als u een woning deelt met meer volwassenen, uw uitkering daarop wordt aangepast. Hoe meer personen van 21 jaar of ouder in één huis wonen, hoe lager de uitkering. Dit heet de kostendelersnorm. Want kosten kunnen dan met elkaar gedeeld worden.
“Gezien de doelstellingen van het kabinet rond de decentralisatie van de langdurige zorg is het van belang dat mensen de ruimte krijgen om mantelzorg voor ouderen op zich te kunnen en willen nemen”, schrijft Jetta Klijnsma in een brief aan de Tweede Kamer.
Uit het onderzoek door Panteia komt geen sluitend beeld van de effecten naar voren, maar wordt wel geconcludeerd dat de kostendelersnorm voor een deel van de doelgroep een negatieve invloed kan hebben op de keuze rond mantelzorg. Ook het SCP concludeert, op basis van eigen literatuuronderzoek en de gegevens van het onderzoek van Panteia, dat het zicht op de problematiek beperkt is.
Sinds 2015 hebben ouderen te maken gekregen met meerdere beleidswijzigingen, ook in het kader van gedecentraliseerde overheidstaken. Omdat er nog weinig bekend is over de relatie tussen mantelzorg, de vorming van nieuwe huishoudsamenstellingen en inkomensvoorzieningen, is nader onderzoek opportuun.
Gelet op het voorafgaande heeft het kabinet besloten de invoering van de kostendelersnorm in de AOW uit te stellen van 1 juli 2016 naar 1 januari 2018.
Dit betekent dat (toekomstige) AOW-gerechtigden die onder de kostendelersnorm zouden gaan vallen, volgend jaar niet te maken krijgen met een verlaging van de AOW-uitkering met 5% van het netto wettelijk minimumloon en 10% in het daarop volgende jaar. Hiervoor heeft het kabinet 131 miljoen euro vrijgemaakt.