De gemeenten in Zaanstreek-Waterland zijn in juli 2021 in samenwerking met acht woningcorporaties en hun huurdersorganisaties een proef gestart om oudere inwoners te stimuleren naar een passende, gelijkvloerse woning te verhuizen, zodat deze meer naar wens wonen en meer doorstroming op gang kan komen.
De regeling bestaat uit een voorrangsregeling voor kleine 65-plushuishoudens, een financiële prikkel vanuit de woningcorporaties in de vorm van huurbehoud en een verhuissubsidie vanuit de gemeenten.
De regeling loopt tot eind 2024 en is in 2023 geëvalueerd door een extern bureau. Op basis van deze evaluatie heeft het college besloten om de samenwerking en de subsidieregeling voort te zetten. Beide worden wel op onderdelen aangepast, met als doel onder andere om een groter bereik – en daarmee nog meer doorstroming – te verkrijgen. De nieuwe regeling gaat in januari 2025 in.
Overall advies evaluatie: behoud en opschaling van de regeling
Het overkoepelend advies uit de evaluatie is om de regeling te behouden, op te schalen en te proberen het aantal doorstromers verder te vergroten. Aanbevolen wordt daarom om meer en kwalitatief betere woningen aan te bieden voor de regeling en het huurbehoud in te ruilen voor een andere financiële prikkel die dit voor de corporaties financieel haalbaar maakt. Verder wordt aanbevolen de leeftijdsgrens te verlagen en ouderen meer te ontzorgen bij de verhuizing.
De regeling wordt op een aantal punten aangepast
De aanbevelingen uit de evaluatie hebben ertoe geleid dat het college heeft besloten de regeling op een aantal punten aan te passen. Dit krijgt zijn beslag in nieuwe samenwerkingsafspraken tussen de gemeenten en de corporaties en in een aangepaste subsidieregeling voor de verhuiskosten. Zaanstad blijft overigens deze regeling uitvoeren voor de regio. Afspraken hierover zijn opgenomen in een samenwerkingsovereenkomst.
Het gaat om de volgende wijzigingen aan de regeling
De leeftijdsgrens wordt verlaagd naar 55 jaar
Om meer oudere inwoners gebruik te laten maken van de regeling wordt de leeftijdsgrens verlaagd van 65 naar 55 jaar. Dit sluit aan bij de verandering van levensfase van veel huishoudens (empty nest). Bovendien is een deel van de woningen gelabeld voor 55-plus.
De woningcorporaties gaan meer woningen aanbieden
De woningcorporaties spannen zich in om gezamenlijk 300 woningen per jaar aan te bieden met het voorrangslabel ‘55+-verhuisvoordeel’. Dit betreft levensloopbestendige sociale huurwoningen in zowel gelabelde als gemengde complexen. De woningen zijn alle gelijkvloers, dus zonder trappen, te bereiken en hebben doorgaans maximaal drie kamers. Bij het aanbieden van woningen houden de woningcorporaties rekening met een goede geografische spreiding over de regio.
Het aantal van 300 is een verdubbeling ten opzichte van de overeenkomst in 2021. De corporaties zijn echter afhankelijk van de vrijkomende woningen en hebben ook opgaven om andere doelgroepen te huisvesten. Daardoor kan het zijn dat het gewenste aantal woningen uiteindelijk niet helemaal gehaald wordt.
Huurbehoud wordt gewijzigd in tijdelijke huurkorting
Als het verschil tussen de oude en nieuwe huur meer dan € 50 per maand is, kunnen huurders drie jaar een korting ontvangen op de nieuwe huur. Dit omdat de huursprong soms een drempel is om te verhuizen.
Een rekenvoorbeeld verduidelijkt dit. Stel de oude huur is € 550. Tijdelijke huurkorting is mogelijk als de nieuwe huur hoger is dan € 600. Als de nieuwe huur € 800 is, is er tijdelijke huurkorting mogelijk over € 200. De huurder ontvangt de helft als tijdelijke huurkorting. Wat neerkomt op een tijdelijke huurkorting van 100 euro per maand voor drie jaar.
Deze wijziging is voor huurders financieel minder gunstig dan het huidige huurbehoud, maar heeft als voordeel dat er voor de woningcorporaties minder drempels zijn om aantrekkelijke (en daarmee duurdere)woningen onder de voorrangsregeling aan te bieden.
Nieuw instrument: klussendienst
Naast voorrang en financiële prikkels is ontzorgen een belangrijk instrument om oudere inwoners te verleiden te verhuizen. Daarom wordt een klussendienst geïntroduceerd. Huurders kunnen kiezen tussen de reeds bestaande verhuissubsidie van € 1.000 óf praktische hulp rondom het verhuizen, zoals het inpakken van spullen of het schoonmaken van de woning, tot een bedrag van € 1.000.
De klussendienst wordt uitgevoerd door Werkom, het werkontwikkelbedrijf van Zaanstad en Purmerend. Vanuit de woningcorporaties wordt daarbij ook samenwerking met lokale verhuisbedrijven gezocht, zodat er door het opdoen van werkervaring kansen worden gecreëerd voor werknemers van Werkom om door te stromen naar een reguliere baan.
Nieuw experiment
Aangezien de bovengenoemde aanpassingen aan de bestaande regeling fors zijn is er voor gekozen om hiervoor een nieuw. De regeling wordt opnieuw geëvalueerd in 2026. Bij gebleken succes wordt de regeling na afloop van het experiment (in 2027) opgenomen in de Huisvestingsverordening.
Financiën
De gemeenten dragen de kosten voor de verhuissubsidie en de klussendienst. Beide zijn begroot op € 100.000 per jaar voor de periode 2025-2027. De jaarlijkse kosten komen daarmee op € 200.000. De kosten worden voor 2025 gedekt uit regionale gelden, subsidies van de provincie en een eigen bijdrage van de gemeenten.
Voor Purmerend bedraagt die eigen bijdrage € 13.640. Dit wordt gedekt uit de begroting van het programma Wonen voor 2025. Voor 2026 en 2027 wordt nog aanvullende financiering gezocht.
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze site zo soepel mogelijk draait. Als je doorgaat met het gebruiken van deze site, gaan we er vanuit dat je ermee instemt.Ok