Is er nu een acceptabel bezuinigingsakkoord gesloten of niet? Dat is de hamvraag. Hoe dan ook opmerkelijk was het de afgelopen politieke week wel. Weken duurde het overleg tussen CDA, VVD en PVV, totdat de PVV er de stekker uittrok. En binnen twee dagen ligt er een bezuinigingsplan tussen CDA en VVD met partijen die tot-dan-toe gruwden van het kabinet-Rutte. Zo snel worden we als Nederlanders openlijk bedot en geschoffeerd door onze politieke voorlieden, dacht ik meteen. Ze wisselen nog sneller van vlag dan van zakdoek als het om de macht in de Nederlandse vergaarbak gaat.
Als kiezer snap ik het al lang niet meer, met mijn bestuurlijke adviseurspet op ben ik gewend aan de opportunistische en onbetrouwbare inborst van veel hedendaagse politici. Daar valt voor externe adviseurs bij de publieke dienst goed geld mee te verdienen, maar dit terzijde.
Wat echter hierbij te denken van de partij van de echte hardwerkende mens in Nederland? Dan doel ik natuurlijk op de PvdA. Ik hoorde Diederik Samsom, toen het akkoord werd besproken in de Tweede Kamer, zeer verstandig zijn afkeer over het geheel uitspreken. Voor het eerst zat ik, na Den Uyl, weer geboeid naar een goed formulerende en bewogen partijleider te kijken, merkte ik. Dat frisse geluid had ik eerlijk gezegd niet verwacht van Diederik Samsom. Hij concludeerde dat er bij de verkiezingen op 12 september eindelijk wat te kiezen valt.
De hardwerkende mens, in het bijzonder in de publieke sector, wordt van alle kanten door zichzelf stoer op de borst kloppende partijen in zijn portemonnee gepakt. Want, laten we wel wezen, de rekening wordt nu voornamelijk neergelegd bij de hardwerkende mens in publieke dienst in Nederland. Die krijgt de volgende ingrepen in zijn inkomen allemaal voor de kiezen: geen salarisverhoging de komende jaren, geen inflatiecorrectie in de belastingschijven, verhoging van de BTW, afschaffen van het belastingvrije tarief in de kilometervergoeding, de indirecte doorwerking van de extra heffing op brandstoffen, extra huurverhoging, verhoging van de pensioenleeftijd met ongedekt inkomensgat., frisdrank, rokertje en biertje duurder, waterbelasting op leidingwater gaat omhoog, onbelaste reiskostenvergoeding wordt afgeschaft. Mijn lijstje zal wel niet helemaal compleet zijn want er zullen nog wel meer slinkse lastenverzwaringen in het akkoord zijn verstopt. Nee, de hardwerkende Nederlandse mens moet het niet hebben van wat nu al geringschattend de Kunduz-coalitie wordt genoemd.
Daar gaat de PvdA front tegen maken in de verkiezingsstrijd, begrijp ik. Mijn stem hebben ze dacht ik meteen. Tot nu toe houd ik mijn adviseurgeweten rustig door mezelf voor te houden dat ik bezig ben aan stil verzet door op amorele wijze bestuurlijk opdrachtgevers van dienst te zijn. Eigenlijk zou ik wel weer eens iets willen doen dat niet alleen maar geld kost. De PvdA van Samsom toont het nieuwe elan daarvoor.
Maar wat lees ik nog geen dag later in de media? Diederik krijgt ze van diverse PvdA-coryfeeën uitgemeten. Lodewijk Asscher omarmt het akkoord en Bram Peper spreekt openlijk van het falen van Samsom. In één klap bewijst Lodewijk in mijn ogen daarmee nog, misschien wel definitief, ongeschikt te zijn om de PvdA aan te voeren. Bram Peper toont zich een politicus van de oude stempel waarvan de nieuwe PvdA zich onder leiding van Samsom terecht ontdoet.
Dit allemaal constateerde ik in de week dat ik mijn jaarlijkse bezoekje weer ga brengen aan het Bos der Onverzettelijken in Almere. De Stichting Samenwerkend Verzet 1940-1945 besloot, als overkoepeling van alle organisaties van het voormalig verzet, ex-politieke gevangenen en vervolgden,in het recente verleden de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor de realisatie van “Het Bos der Onverzettelijken”. De eerste bomen werden geplant op 25 maart 1992.
In het verleden heb ik me via ex-Amsterdamwethouder en geestelijk vader van het Bos Harry Verheij in bezit gesteld van een certificaat van dit bos. Particulieren en instanties konden toen een certificaat kopen voor de aanplant van een boom in het Bos der Onverzettelijken. Het is dus ook een heel klein beetje mijn bos. Bij het gedenkteken van al die bekende, gesneuvelde verzetsstrijders denk ik op dat moment juist even terug aan die vele, anonieme Nederlanders die hand- en spandiensten in het verzet deden. Nederlanders die na de oorlog, toen velen in het verzet gingen er juist uitstapten. Vaak omdat ze de gruwelen die bij de bevrijding door verse ‘verzetsstrijders’ werden gedaan niet voor hun rekening wilden nemen. Ze konden er ook niet meer tegenop. Ze droogden ooit hun tranen met een schone zakdoek en streken de verzetsvlag. Het zal geen verbazing wekken dat ik bij deze gedachten het beeld van mijn eigen, reeds overleden, ouders voor de ogen krijg.