De zogenoemde bouwvrijstelling stikstof mag niet worden gebruikt bij bouwprojecten. Tot dat oordeel is de Raad van State gekomen. Hoewel de bouwvrijstelling daarmee van tafel is, betekent het niet dat nu een algehele bouwstop geldt. Het blijft mogelijk om per project onderzoek te doen naar de mogelijke gevolgen van de uitstoot van stikstof, zo blijkt uit een tussenuitspraak van de hoogste bestuursrechter van het land. De uitspraak heeft vanzelfsprekend ook gevolgen voor bouwprojecten in de Metropoolregio Amsterdam (MRA).
De bouwvrijstelling was bedoeld om belangrijke maatschappelijke opgaven mogelijk te maken, zoals de vergroening van de industrie, de energietransitie en woningbouw. Bij deze bouwactiviteiten komt stikstof vrij. Maar na aanleg zijn deze gebouwen duurzaam of energieneutraal. Een milieuorganisatie maakte hier bezwaar tegen en de Raad van State ging daarin mee.
Natuurvergunning voor lopende en nieuwe bouwprojecten
Zowel nieuwe als lopende bouwprojecten hebben nu een natuurvergunning nodig. Zonder deze vergunning kunnen projecten niet starten en mogelijk worden lopende projecten stilgelegd. De uitspraak van de rechter gaat over het bouwen en slopen van woningen, maar ook de utiliteitsbouw wordt geraakt. Daarbij gaat het om gebouwen zoals ziekenhuizen, kantoren, winkels, energiecentrales en wegen, watervoorziening en infrastructuur voor energie.
Voor elk nieuwbouwproject een stikstofberekening
Nu de bouwvrijstelling niet meer kan worden gebruikt, moet voor elk nieuwbouwproject een stikstofberekening worden gemaakt. Wanneer daaruit blijkt dat het project voldoet aan de stikstofnormen, kan de ontwikkelaar een natuurvergunning aanvragen. Het maken van deze berekening en de aanvraag van de vergunning leidt tot een vertraging van drie tot zes maanden. Dit komt in de praktijk neer op een voorlopige bouwstop.
Onlangs maakten de Nederlandse provincies woningbouwafspraken met het Rijk. Per provincie is daarin vastgelegd hoeveel nieuwe woningen worden opgeleverd. De afspraken tellen op tot ruim 900.000 nieuwe woningen in de periode tot en met 2030. De gemeenten in Noord-Holland en Flevoland kunnen tot en met 2030 ruim 220.000 woningen bouwen: 184.000 in Noord-Holland en 40.000 in Flevoland. Het gaat daarmee om een kwart van de nationale bouwopgave tot en met 2030, waarvan een groot gedeelte terechtkomt in de Metropoolregio Amsterdam.
‘Horrorscenario dreigt’
De provincie Noord-Holland heeft al laten weten dat de uitspraak gevolgen heeft voor een groot deel van de 151 grotere bouwprojecten in de provincie. Hiervan hebben 96 projecten een stikstofprobleem. Dit komt neer op 132.000 woningen tot 2030.
‘Dit is de uitspraak waarvan je wist dat die zou komen’, zegt de Noord-Hollandse commissaris van de Koning Arthur van Dijk in een reactie. ‘Het kabinet moet nu snel en doeltreffend maatregelen nemen. Wet- en regelgeving aanpassen en veel geld beschikbaar stellen. Anders dreigt een horrorscenario.’ Wanneer het kabinet nu geen actie onderneemt, gaat de provincie de komende jaren op slot en dreigt Noord-Holland ‘onleefbaar te worden’, aldus Van Dijk.